Bruine vuurvlinder Vuurvlinders [Lycaenidae] Lycaena tityrus
    De Bruine vuurvlinder is niet waargenomen in 't Laegieskamp in 2002.  
  Zie:   Vliegtijden tabel  
  Foto's:   De foto's zijn gemaakt in de Castricumse duinen.
Foto Man .
Foto Vrouw
 
 
  Verspreiding:   Vrij algemene standvlinder, vooral te vinden in voedselarme graslanden en heiden. Voor 1980 kwam deze soort voor in vier uurhokken in het Gooi, na 1980 is de soort uit geheel Noord- en Zuid-Holland en Utrecht, en zelfs uit de provincie Limburg verdwenen.
Op de Hoge veluwe, in de Achterhoek, in Twente, Salland, Dwingelderveld, in Drente, Friesland en Groningen en aan de kust in Zeeland komt de soort nog voor.
De oorzaak van de achteruitgang komt door vermesting. Eerst door kunstmest, later door inspoeling en dumping van mestoverschotten. In de duinen verdween de soort door drinkwaterwinning van Rijnwater. Tegenwoordig is men daar op een andere methode overgestapt (AWD, PWN), waardoor er hoop is dat de bruine vuurvlinder terug keert.
De soort wordt genoemd in de in het artikel van Kars Veling,  Vlinders Tussen Vecht en Eem, Bron: TVE, 11e jrg., nr.4, 1993, pp. 183-188.
 
  Waardplant:   Diverse zuringsoorten, vooral veldzuring en schapenzuring. Eitjes worden afgezet op het blad of onderaan de bladzsteel.
De rups verpopt op de bodem.
 
  Dagbesteding:   Zo'n 48% van de dag besteedt de vinder aan het zoeken naar eten. Zo'n 25 soorten planten hebben de voorkeur. De meest bozochte planten zijn struikheide,akkerdistel, dopheide, boerenwormkruid, zevenbad, kale jonker, braam, langbladig ereprijs en duizendblad.  
  Generaties:   Twee tot drie generaties per jaar. De eerste vliegt van begin mei tot eind juni (piek: 20 mei tit 5 juni). De tweede generatie vliegt van begin juli tot begin september (piek: 25 juli tot 20 augustus), en de derde generatie vliegt bij gunstig weer van half september tot halfoktober.  
  Overwintering:   Als rups in het strooisel.  
  Vlucht:   Kleinschalig landschap bepaalt de vlucht. Vlinder komt alleen voor in voedselarme graslandjes en heideterreintjes.  
  Beheer:   Terreintjes waar de waardplanten voorkomen, hebben het meeste baat bij begrazing. Maaien dient gefaseerd te gebeuren, omdat eieren en overwinterende rupsen met het maaisel worden afgevoerd. Mei tot en met augustus is er een grote nectarbehoefte. Voedselverrijking van de bodem moet worden tegengegaan.  
  Observaties:   Vlinder heeft een snelle krachtige vlucht en territoriaal gedrag. Deze vlinder heeft geen enkele kans een geschikt biotoop aan te treffen in en nabij 't Laegieskamp.  
dagvlinders=>bruine vuurvlinder