Viervlek Korenbouten [Libellulidae] Libellula quadrimaculata  

  klik op foto   De Viervlek leerde ik kennen in Park Spoorzicht in Diemen. Arnout-Jan Rossenaer gaf er een excursie voor FLORON en noemde het een typisch libellenlandje. Daarop ging ik er eens goed op letten.

De foto links is gemaakt in het Laegieskamp op een winderige dag. Hij kwam niet voor op de uitdraai van de Vlinderstichting, maar daar stonden wel meer libellen niet op die ik hier wel aantrof in 2002.
 
 
  Foto's:   Fotopagina  
  klik op kaart karnemelksloot midden karnemelksloot noordwest karnemelksloot noordoost blauw grasland tennisbanen verlengde fortlaan zwembadvallei wei1 wei2 wei3 wei4 zwembadbos west zwembadbos oost eco-sloot fort pannekoek   Verspreiding:
Zeer algemeen. Is in bijna alle Gooise uurhokken waargenomen.

Vliegtijd:
Van 21 april tot 30 september (top: mei tot juli).

Biotoop:
Diverse stilstaande watertjes, met rijke vegetatie.

Gedrag:
Mannetjes vliegen onrustig heen en weer in hun territorium langs de oever. Vaak gaan ze zitten op takjes, riet en andere planten om van daaruit hun territorium te overzien.
Ze verjagen agressieve mannetjes van zowel de eigen soort als van andere soorten zoals de Gewone oeverlibel. Hoe groter het aantal mannetjes, hoe kleiner de territoriumruimte die verdedigd wordt. Agressief, maar inschikkelijk, deze mannetjes Viervlek.

Paring:
Paring duurt zeer kort (soms maar een halve minuut, en speelt zich volledig af in de lucht.
 
  Ei-afzet:   Het vrouwtje zet de eieren af, met 2-40 tegelijk, dippend op het wateroppervlak, vaak in de buurt van waterplanten. Het mannetje blijft daarbij in de buurt en jaagt andere mannetjes weg.  
  Ontwikkeling:   De eieren komen na enkele weken uit. Larven leven op de bodem, bij voorkeur tussen grote detritus en nauwelijks verteerde plantenresten. Ze graven zich niet echt in, maar zien er wel altijd heel erg vies en modderig uit. De larf-stadia duren meestal twee jaar. Maar soms ook 1-jarige cyclus.  
  Uitsluiping:   Op de oever op enkele meters van het water, op pitrus, pijpenstrootje, in bomen en struiken, op paaltjes in het weiland, tot enkele meters hoogte. Zelden op waterplanten.
Uitsluipplaatsen liggen 's ochtends in de zon. Uitsluiping vindt plaats tussen eind april tot begin augustus (piek: half mei tot juni).
 
  Mobiliteit:   Erg mobiel, kan grote afstanden afleggen. Kolonialiseren van nieuwe biotopen vormt geen probleem.
Er zijn jaren waarin massale aantallen uitsluipen, waardoor zich zwermen van miljoenen dieren vormen. Jonge dieren trekken in groepen van 50 stuks over grote afstanden, op een hoogte van 0,5 tot 12 meter.
Zulke trekvluchten zijn in Europa voor het laatst in 1925, 1965 en 1995 waargenomen.
 
  Begeleiders:   Gewone pantserjuffer (Lestes sponsa),
*Watersnuffel (Enallagma cyathigerum),
*Azuurwaterjuffer (Coenagrion puella),
*Vuurjuffer (Pyrrhosoma nymphula ),
*Grote keizerlibel (Anax imperator),
Zwarte heidelibel (Sympetrum danae).

[Een * staat bij de aangetroffen soorten in en om 't Laegieskamp.]
 

  Verwisselbaarheid:   De Viervlek is niet te verwarren met andere soorten.  
  Meer foto's:   http://www.ulstermuseum.org.uk/dragonflyireland
http://perso.wanadoo.fr/ramieres
 

werthof.home.xs4all.nl/libellen.html::
libellen::libellen=>korenbouten