Familie: Spanners (Geometridae)

 
De Spanners vormen een zeer grote familie, met bijna 12000 soorten. Daarvan komen er circa 270 voor in Nederland.
Tot deze familie behoren o.a. de vliervlinder, het lievelingetje, de bonte bessenvlinder, de berkenspanner, de zomervlinder (vroeger 'zomermeter') , en de dennenspanner.
Meestal zijn het tere vlinders met slanke lichamen, dunne voelsprieten, en relatief brede voor- en achtervleugels.
In rust houden ze meestal hun vleugels horizontaal uitgespreid, maar soms vouwen ze hun vleugels op tot een soort tentje, waarbij de voorvleugels elkaar langs de randen raken, en de achtervleugels onzichtbaar zijn. Enkele soorten houden hun vleugels verticaal zoals dagvlinders doen.
De roltong is goed ontwikkeld en wordt gebruikt voor nectar of boomsap.
De meeste soorten vliegen 's nachts, en komen af op licht. Een beperkt aantal vliegt overdag of in de avondschemering.
De naam 'spanner' verwijst naar de manier waarop de rups beweegt. Beurtelings krommen ze en strekken ze het lichaam.
De rupsen hebben geen of weinig haren, hebben slechts vier poten aan het achterlijf (2 buikpoten en 2 naschuivers).
In rust lijken de rupsen vaak op een twijgje.


Bronnen:
Michael Chinery, Nieuwe Insecten Gids, Tirion, Baarn, 1987, ISBN 90 5210 101 9
Dam, I. van, Koopman, W. en Schaffers, I. Dagactieve nachtvlinders, WM-213, KNNV Uitgeverij en De Vlinderstichting, 1995
www.vlindernet.nl