Familie: Uilen (noctuidae)

  Wereldwijd komen meer dan 25000 soorten Uilen voor. In Nederland komen er meer dan 350 soorten voor. Zoals Agaatvlinder, Huismoedertje, Kooluil, Perzikkruiduil, Schilddrager, Zuringvlinder, Bont schaapje, Roestje, Rood weeskind, en Blauw weeskind.
Niet alle uilen zijn dagactief. Het Schaapje en het Huismoedertje, bijvoorbeeld, zijn overdag en 's avonds niet actief. Als je een Schaapje kietelt met een blaadje, komt het niet in beweging, maar het huismoedertje laat zich wel verstoren.
Er zijn uiltjes die alleen overdag actief zijn, en 's nachts nooit vliegen, zoals de Mi-vlinder en de Bruine daguil.
Het gamma-uilje vliegt zowel overdag als 's nachts.

De uiltjes hebben grijze en bruine, camouflerende tinten.
De voorvleugels zijn smal en gerekt, de achtervleugels korter, en afgerond.
De vleugels worden in ruste bij veel soorten als een dakje over het lichaam gevouwen, wat een motachtig aanzien geeft. Maar het Huismoedertje vormt daarop een uitzondering, en vormt opgevouwen een plat pakketje van zo'n 2-3 cm lang.
Mannetjes- en vrouwtjesuilen zijn meestal gelijk van vorm en kleur.
De uilen komen af op licht en smeer, en bezoeken bloemen.
De meeste rupsen zijn vlezig en glad; een aantal is behaard.
Rupsen fourageren 's nachts, en verschuilen zich overdag in samengesponnen bladeren, in groeven in een boombast, of dicht bij de grond.
Veel rupsen eten de hele winter door. Als het koud wordt, graven ze zich in.
De verpopping vindt plaats in de grond. Meestal zijn dat glanzend bruine, kogelvormige poppen.

Bronnen:
Michael Chinery, Nieuwe Insecten Gids, Tirion, Baarn, 1987, ISBN 90 5210 101 9
Dam, I. van, Koopman, W. en Schaffers, I. Dagactieve nachtvlinders, WM-213, KNNV Uitgeverij en De Vlinderstichting, Wageningen, 1995, ISBN 90-5011-081-9
www.vlindernet.nl