Foto:
21 november 2004
Monnikenberg/de Stad Gods (GNR)
Hilversum
Nikon coolpix 4500
 

  Kleine stinkzwam
(Mutinus caninus)
NMV Ga 219010

Stinkzwammen zijn Buikzwammen, maar met een heel ander uiterlijk dan aardsterren, bovisten of stuifzwammen.
Deze soorten kunnen zich op twee manieren verspreiden: door sporen en door zwamdraden in de strooisellaag.

Alle in Nederland bekende stinkzwammen beginnen met een eivorm. Door de groei breekt het ei open, en ontstaat een steel, met aan de top een kleverige massa met sporen.
De sporenmassa op de top is olijfgroen of grauwbruin van kleur, en verspreidt een sterke aasgeur. Op die aasgeur komen vliegen af. Die vliegen zorgen voor de verspreiding van de sporen.

In Nederland komen twee geslachten voor van stinkzwammen: het Phallus-geslacht kenmerkt zich door een geribde top, en het geslacht Mutinus kenmerkt zich op die plek door een sponsachtige structuur, gelijk aan die van de steel.

Van het Mutinus-geslacht komen drie soorten voor in Nederland: de Kleine stinkzwam (Mutinus caninus), de Spitse stinkzwam (Mutinus elegans), en de Roze stinkzwam (Mutinus ravenellii).
 

 
Twee ervan komen voor in 't Gooi en nabij het Amsterdamse bos.
  • De Kleine stinkzwam kenmerkt zich door een oranjegele tot oranjerode top en een aasgeur.
    De Kleine stinkzwam is vrij algemeen in Nederland, en groeit saprotroof in loofbossen en parken op voedselrijke humus op voedselarme, droge zandgrond, en komt voor op zowel kalkrijk zand (duinen) als kalkarm zand (pleistocene gebieden). Van mei tot december (piek: oktober).
     
  • De Roze stinkzwam kenmerkt zich door een rozerode tot karmijnrode top en een vaak roze gekleurde steel. De geur ervan lijkt meer op kattepoep.
    De Roze stinkzwam is vrij zeldzaam in Nederland, en groeit op grof strooisel en een humusrijke bodem, in parken, tuinen, veenmosrietlanden en hooilanden. Deze soort komt ook voor op houtsnippers en stro. Van juni tot november (piek: september en eind oktober).
     
Van de derde soort zijn twee vondsten bekend uit 1989 bij Ede en Bennekom. Deze soort is afkomstig uit Noord-Amerika, en via Zuid-Europa in Nederland terecht gekomen.
 

 
In Park Spoorzicht in Diemen zul je tevergeefs zoeken naar deze soorten, het zand is niet droog genoeg, en het strooisel niet rijk genoeg, waarschijnlijk.
Het is trouwens opvallend hoe vaak je de Kleine stinkzwam in 't Gooi aantreft op beukenbladstrooisel.
Over het soort strooisel of een strooiselvoorkeur heb ik geen bronnen kunnen vinden.

Ik leerde de soort voor het eerst kennen in 2000 in Hilverbeek, van een mycoloog die dit zesde vingertje de oneerbiedige naam Hondenlulletje meegaf, een ezelsbruggetje voor de wetenschappelijke naam 'caninus' of gewoon een wat speelse of te 'letterlijke' vertaling?
 


Foto:
Zwaluwenberg
Hollandsche Rading
11 oktober 2004
Nikon coolpix 4500
 
Foto:
Tenkinkbos
Winterswijk
9 oktober 2000
Sony maviva fd85

Foto:
7-9-2011
Natuurbrug Zanderij Crailoo (GNR)
Hilversum
Lumix
 

poes gijs
Buikzwammen in Diemen
Vorige scherm