Gelatineschelpje
( Campanella caesia )
NMV Ag 015010
Gelatineus schelpje met lamellen, blauwgroen van kleur, ongeveer 2-4 mm groot. De kleur van de hoed kan bij deze soort zeer variabel zijn: wit, bruin, grijs, met gele, groene of blauwe tinten. De hoed zit op een zeer korte steel.
 

  De Campanella caesia wordt zelden waargenomen, mogelijk door de geringe omvang, en door de standplaatsvoorkeur. Bekende vindplaatsen zijn o.a. Zandvoort, Ankeveen en Bemelen. (Vondsten moeten bewaard worden, bij melding).
De soort wordt als Tricholoma-geslacht genoemd in de Oecologische Flora van Weeda, pp. 59, 173.
 

  Biotoop:
Op dode halmen en blad van grassen in duinen, laagveenmoeras en kalkgrasland. Ook op helm in de buitenste zeeduinen en zelfs aan de zeezijde.


Foto:
Almeerderstrand (landtong t.o. Zilverstrand),
Excursie o.l.v. Cor Ooms, Tom Putts, Jacob Buter,
Minicursus paddenstoelen Ger van Zanen (KNNV-Amsterdam),
27 oktober 2001,
Sony mavica fd85.
 
poes gijs
Vorige scherm