parelstuifzwam (lycoperdon perlatum)

Foto: Spoorzicht, 2 nov. 2011


Parelstuifzwam
(Lycoperdon perlatum)
NMV Ga 216050

Komt sinds 2008 iedere herfst voor in park Spoorzicht, op allerlei plekken. Opmerkelijk genoeg tot 2007 alleen aan de zuidrand van het park.
Dat deel van het park is sinds 1999 rijk aan soorten, zoals boleten, melkzwammen, russula's, gordijnzwammen, knotsjes, kluifzwammen en parasolzwammen.

Bijzonder aan de parelstuifzwam vindplaatsen sinds najaar 2008 is bovendien: ze groeien in terrein, dat in november 2007 is opgehoogd met houtsnippers en slootbagger, en alleen op plekken waar beide gestort zijn, en vooral aan de randen van die ophoging, en alleen op plekken waar niet in de buurt gelopen kan worden (te dichte bosjes).
Dat is de rand die gevormd wordt door geknotte Spaanse aken van een voormalige haag. In die strook staan populier, berk, els, iep, es en hazelaar. De rand grenst aan een onder de strooisellaag begraven tegelpad, en plaatselijk graffelbaan restanten.
 

parelstuifzwam (lycoperdon perlatum)

Foto: Spoorzicht, 12 okt. 2008


Taxonomie (stamboom):
Parelstuifzwam is een soort uit het stuifzwamgeslacht Lycoperdon van de familie Stuifzwamachtigen (Lycoperdaceae). Voor deze groep bestaan aparte beschrijvingsbegrippen, zoals gleba, subgleba, e.d. Voor uitleg, zie hier.

parelstuifzwam (lycoperdon perlatum)

Foto: Spoorzicht, 2 nov. 2011 (gemaakt met flits: flitsen moet je vermijden bij stuifzwammen, niet kleurecht)


Veldkenmerken:
De parelstuifzwam heeft twee soorten stekeltjes: grote stekels omringd door kleine stekeltjes (Loep ! ). Als op oudere leeftijd de grote stekels uitvallen, blijven de kleine over, rondom witte putjes. Je kunt dat ook zelf doen door wat van de stekeltjes af te vegen, en te kijken of er witte putjes ontstaan. Dat is een bruikbaar veldkenmerk van deze stuifzwam. Mits je onthoudt dat er nog zo'n soort is ...

Volgens boeken van voor 1970 zijn er twee mogelijk drie ondersoorten, vormen of ecotypen van de Parelstuifzwam. en men schrijft dan over Lycoperdon perlatum variëteit bornodeni, variëteit perlatum, en nog ouder, variëteit nigrenscens.
Variëteit nigrenscens is inmiddels een erkend eigen soort: Zwartwordende stuifzwam (Lycoperdon foetidum). Het betekent wel dat die drie types erg veel op elkaar lijken. En dat is handig voor in het achterhoofd als je op veldkenmerken let.

Lycoperdon perlatum variëteit bornodeni (foto 's onderaan). Je staat er wel even van te kijken als je geen kleinere stekels ziet, en alleen maar grote, grotendeels afgesleten stekels (dus pyramidale wratjes) ziet met alleen maar een vaag dun donker puntje.

parelstuifzwam (lycoperdon perlatum)

Foto: Spoorzicht, 6 okt. 2010


Biotoop:
Op de grond in bos en onder struikgewas. Grondsoort is niet zo kritisch: zand, kleiig, lemig, al dan niet kalkhoudend. De soort groeit vooral op humusrijke bodems, vrij oppervlakkig. Een enkele keer kom ik de soort ook tegen op de hei, in de buurt van eikenbosjes, berken of grove dennen, maar nooit er pal bij of eronder, en zeker niet op alle heidevelden. Aan de Kanaaldijk in Diemen staat deze soort ook onder Gewone es.


Regio:
Ook elders in Diemen, zoals aan de Kanaaldijk staat deze soort. Tijdens de inventarisaties voor Champignons in de Jordaan werd de soort vooral aangetroffen bij het Amsterdamse bos, Spoorzicht en PEN-eiland.

parelstuifzwam (lycoperdon perlatum)

Foto's (5): Spoorzicht, 2 nov 2011

parelstuifzwam (lycoperdon perlatum)

Foto's (5): Spoorzicht, 2 nov 2011

parelstuifzwam (lycoperdon perlatum) parelstuifzwam (lycoperdon perlatum) parelstuifzwam (lycoperdon perlatum)

Foto's: Er zijn altijd atypische groeistadia, waarbij determinatie vanaf een foto onmogelijk is.
Deze onderste drie foto's op rij geven voorbeelden van een niet of moeilijk van foto af determineerbare soort.
In dit geval: Plooivoetstuifzwam


Verwisselbaarheid:
Er zijn maar weinig soorten stuifzwammen met stekeltjes die bij afwrijven een netvormig patroon (witte putjes) achterlaten op de opperhuid. Dat komt alleen ook voor bij de Zwartwordende stuifzwam (Lycoperdon foetidum)
Bij foto's die gemaakt zijn met flitslicht, moet je extra uitkijken: de pareltjes (stekeltjes, wratjes en netvormige patronen) lijken dan bruin, maar zijn gebroken wit bij de Parelstuifzwam. Maar bij de Zwartwordende stuifzwam zijn de stekels bruin (tot zwartwordend), en de netvormige patronen vers geel, oud witachtig. Dus geflitst zijn deze stuifzwammen moeilijker uit elkaar te houden, vooral als de stekeltjes en wratjes er af zijn.

Een enkel exemplaar van de Parelstuifzwam is qua gestalte verwisselbaar met de Plooivoetstuifzwam (Calvatia excipuliformis), maar het afwrijven van de stekeltjes is toereikend om ze uit elkaar te houden.

parelstuifzwam (lycoperdon perlatum)

Foto's (3): Binntal, 15 sep 2007 (Lycoperdon perlatum variëteit bornodeni)

parelstuifzwam (lycoperdon perlatum)
parelstuifzwam (lycoperdon perlatum)


Bronnen:
R. Philips (1981) Paddestoelen en Schimmels van West-Europa, Spectrum Natuurgids, pp. 246-251
Gerhardt (2006), De grote Paddenstoelen Gids (voor onderweg), Tirion Natuur, pp. 594-611
Hansen e.a. (1997), Nordic Macromycetes, Kopenhagen, Vol 3, p. 298-340.
R. Chrispijn e.a. (1999), Champignons in de Jordaan, pp. 157-161 (John Reijders)
H. Vermeulen (1999), Paddestoelen, Schimmels en Slijmzwammen van Vlaanderen, Wielewaal, Turnhout, p. 539-543.

Top