Peperbus (Myriostoma coliforme)

Foto: Meijendel, 7 jan 2012


Peperbus
(Myriostoma coliforme)
MisApp.: Geastrum coliforme
NMV Ga 222010

Kenmerken: Zie: Bouw van het Geslacht Aardster (Anatomie Genus Geastrum)

Bolletje:

  • meestal afgeplat bolvormig, soms tolvormig
  • geen plooi (geen apofyse)
  • jong:korrelig lichtgrijs, soms al met licht verhoogde rondjes, iets ouder soms met enkele gaten
  • ouder: lichtgrijs, soms bruingrijs, vaak met zilverige glans, meerdere gaten
  • meerdere columella's

Steel:

  • jong: niet zichtbaar; steel wordt pas zichtbaar nadat de vlezige laag van de slippen is ingedroogd of verdwenen
  • ouder: zichtbaar, breed, dik, geribd, samengesteld uit eerdere steeltjes
  • tot 5 mm lang, meestal kort, breed, geribd

Slippen:

  • 6-12, niet-hygroscopisch
  • krans: convex (soms fornicaat), vlezige laag (jong), eerst wit dan geel, dan bruin, tenslotte zwartig.
  • krans kleur: eerst wit dan geel, dan bruin, tenslotte zwartig.
  • krans onderkant: geen vastgegroeide humus
  • krans onderkant kleur: geelachtig tot bruin
     
  • groeiafwijkingen: er komen oude exemplaren voor met een grove scheur bovenin in plaats van losse gaten; na droging wordt de steel zichtbaar: breed geribd of bestaand uit meerdere stelen
Peperbus (Myriostoma coliforme)

Foto's: Meijendel, 7 jan 2012

  Peperbus (Myriostoma coliforme)

Peperbus (Myriostoma coliforme)

oude Peperbus heeft duidelijk lidteken

Standplaats Peperbus (Myriostoma coliforme)

Standplaats kalkrijke duinen, in de schaduw of pal bij de stam, onder meidoorn ...


Biotoop:
Peperbus is een soort van de kalkrijke duinen, in de schaduw van struiken of pal bij de stam (dus meestal aan de oost- of zuidoost kant van struiken en hellingen, al vond ik ze juist onder de noordoost-kant van een helling).
Standplaats is bijna altijd op een droge helling, onder meidoorn, kardinaalsmuts. Het zijn plekken met een dunne strooisellaag, en met een beperkte begroeiing met hondsdraf en brandnetel.
Op de drie vindplaatsen met in totaal ruim 20 exemplaren trof ik ook enkele Forse Aardsterren aan.


Houtsoorten:
Meidoorn, kardinaalsmuts, vlier en liguster.

Standplaats Peperbus (Myriostoma coliforme)

Standplaats Peperbus: Meijendel, 7 jan 2012


Verwisselbaarheid:
Peperbus is niet verwisselbaar als de gaten zijn gevormd.

Twijfel kan ontstaan als de vorm een afgeplatte bol is, en er een grote scheur boven in zit, in plaats van losse gaten. De steelvorm onder het afgeplatte bolletje is dan doorslaggevend.

Als ook die scheur ontbreekt, kun je hem verwisselen met bijvoorbeeld baretaardster. Je moet dan een exemplaar langdurig drogen bij circa 50 graden celsius. Bij droging wordt de steel zichtbaar, bij Baretaardster, Grote en Forse aardster plooit een onzichtbare mondzone zich alsnog, en wordt dan zichtbaar.

Ik droog paddenstoelen voor het herbarium met een bordje op een pizzaoventje, in de laagste stand, met het deurtje een beetje open. Ideaal.

Jonge Peperbussen zonder gaten hebben vaak wel al verhoogde rondjes op de plek waar later de gaten komen.
Slopers en drogers: de columella's (en dus de steeltjes) zijn kenmerkend voor de soort. (bedenk wel: deze soort is zeer zeldzaam).

Literature:
Chrispijn, R. ed. (1999), Champignons in de Jordaan (De paddenstoelen van Amsterdam), Schuyt en Co, 162-163.
Gerhardt (2006), De grote Paddenstoelen Gids (voor onderweg), Tirion Natuur, 616.
Hansen, L & K. Knudsen (1997), Nordic Macromycetes, Kopenhagen, Vol 3, 345.
Jalink (1995), De aardsterren van Nederland en België, Coolia 38 supplement, 59-60.
Pegler, e.o. (1995), British puffballs, earthstars and stinkhorns, an account of the british gasteroid fungi, Royal Botanic Gardens, kew, 1995, 255 pp.
Vermeulen (1999), Paddestoelen, Schimmels en Slijmzwammen van Vlaanderen, Wielewaal, Turnhout, 541.

Top