Taxonomie (stamboom):
Bovisten uit het geslacht Bovist (Bovista), vallen onder de familie Stuifzwamachtigen (Lycoperdaceae) en in de Stuifzwam Orde (Lycoperdales). De Stuifzwam Orde valt onder de Buikzwammen (Gasteromyceten), en Buikzwammen zijn Steeltjeszwammen (Basidiomyceten).
Dat is de klassieke taxonomie op basis van (macroscopische en microscopische) vormkenmerken.
Tegenwoordig wordt DNA- en RNA-onderzoek gedaan naar genetische verwantschap. Dat onderzoek leidt ook tot een stamboom, maar een andere. Vormverwantschap lijkt weinig te maken te hebben met erfelijke verwantschap. Toch probeert de wetenschap op grond van genetische verwantschappen geslachten en soorten opnieuw in te delen. Voor stuifzwammen (en bovisten) vormt dat een schone opruiming van een kankergezwel aan namen. Namen die vooral ontstaan zijn door hobbyistische microscopisten en tekort schietende beschrijvingen van veldkenmerken.

Veldbiologen hebben weinig aan DNA-onderzoek. Dat is te duur, en niet uitvoerbaar. In het veld zal het toch altijd blijven gaan om waarneembare vormen.

Bovist-soorten delen i.h.a. deze kenmerken:

  • meeste bolvormig, soms kort gesteeld
  • nooit wrattig-stekelig, hooguit melig-korrelig-zemelig
  • gat aan de top bij rijpe sporen
  • gleba, zelden subgleba, als subgleba al bestaat, dan slecht ontwikkeld, en nooit gekamerd
  • saprofyt, bodembewoner

Terminologie:
gleba= fertiel weefsel (hierin worden sporen gevormd)
subgleba=steriel weefsel (hierin worden geen sporen gevormd)
meerkamerig=holtes in de spons (in het steriele weefsel)
scheidingsvlies=alleen aanwezig bij Afgeplatte stuifzwam (Vascella-geslacht)

Hulpmiddelen:
Bij onderzoek op veldkenmerken is een grote huishoudschaar, een loep, een mes, en een handige uitgraafvinger nodig.

Daarnaast is het prakisch om mee te nemen:

Een en ander maakt ook het fotograferen een stuk simpeler.


Bronnen:
Hansen L. & H. Knudsen (1997), Nordic Macromycetes, Vol. 3, Heterobasidioid, aphyllophoroid and gasteromycetoid basidiomycetes, Kopenhagen, 1997, 444 pp.
Vermeulen, H. (1999), Paddestoelen, Schimmels en Slijmzwammen van Vlaanderen (determinatiesleutels aan de hand van veldkenmerken), De Wielewaal, Turnhout, 1999, 648 pp.
Gerhardt, E. (1999, 2006), De Grote paddenstoelen Gids (voor onderweg), 4e druk, Tirion, Baarn, 2006
Rob Chrispijn ed. (1999), Champignons in de Jordaan (De paddestoelen van Amsterdam), Schuyt en Co, Haarlem, 1999

Top