Grote spinnende watertor (Hydrophilus piceus)

Op een moestuin naast Park Spoorzicht troffen we op 17 augustus 2006 de larve van een onbekende kever bij de waterkant. Insect, want drie paar poten. Larve , want geen vleugels. Het dier mist buikpoten (of schijnpoten) en is dus zeker geen vlinderrups.

De larve is bijna 6 cm lang, heeft een kale, lichtere buik dan rug, het lijf loopt uit in een punt, waaraan gebogen aanhangsels zitten.
Opmerkelijk vormgegeven zijn monddelen en de tarsen. Het lijkt het meest op een keverlarve. Langs de zijkanten van het lijf lijken per segment kleine doorntjes uit te steken.

Het gedrag van het dier is ook zeer opmerkelijk: het leeft op de grens van land (veen-klei) en water, en boort gangen door de modder. Het dier kan zeer goed zwemmen, met de kop onder water en de staart van tijd tot tijd aan de waterspiegel. Op het droge wil het dier zo snel mogelijk omlaag. Een kluit modder, een blaadje groen, en het duikt er direct met de kop onder. Het is een echte wroeter. Als je droge grond vochtig-nat maakt, verdwijnt het direct gravend in het natste stuk.

Willem N. Ellis kende het dier bij naam, en had het vroeger in een soort palludarium gehouden, toen was de soort nog algemeen, nu neemt de soort fors af in aantal.
Badda Beijne determineerde de larve met een waterkever (-larven) determinatietabel. Op de foto's ontbraken enkele kenmerken, zoals:
  • Zijn de staartdraden van 1, 2 of meerdelige vorm?
  • Heeft het achterlijf 8, 9 of 10 segmenten?
  • Is het anaaldeksel aan- of afwezig?
  • Is het lichaam rond, iets gekromd is of afgeplat en gestrekt?
  • Hebben de dijen lange zwemharen?

Het dier kwam zeer modderig uit de klei-op-veengrond, en pas na een uur schoonzwemmen in kraanwater werden de monddelen en de tarsen een beetje zichtbaar. Het dier was toen al vele tinten lichter, maar kennelijk past de velkleur zich ook aan aan de omgeving. Dit dier bleef veel donkerder dan op de tekeningen in de boeken. Alleen de staartdraden en buik hadden die geelbruine kleur.

 
Kop detail
 

 
Staart detail
 

 
Tarsen detail
 


Doet van alles is te ontsnappen uit de vangbak

 
Kan goed zwemmen (roeien met de poten), kop meestal onder water met vaak hoorbaar scharende monddelen, de staartpunt vaak aan het wateroppervlak.
 


Van opzij lijkt het achterlijf volstrekt pootloos, maar de onderkant op de foto toont 5 paar sledes (1 paar per segment), in plaats van schijnpoten die je zou verwachten bij bijvoorbeeld een Agrotis soort (nachtvlinders, velduiten en worteluilen). Maar de laatste drie-vier segmenten missen ze.

poes gijs
Vorige scherm