Veldkenmerken van paddenstoelen zijn lastig. Er zijn boeken volgeschreven over kenmerken van soorten, en wie zich er in verdiept, komt om in de details.
Specialisten kijken daar helemaal niet naar. Vaak weten ze op afstand al wat voor soort er staat. Hoe komt dat. Ze kennen al die kenmerken al. Dat is een.
Belangrijker: ze kijken vaak naar een combinatie van biotoop, gewoonte van het beestje en een of twee kenmerken. De hele rest is in feite ballast.
Nou ja, ballast? Je mocht op zich willen dat alle ballast, alle details, van alle soorten bij elkaar te vinden waren, met daarbij een schifting in wat ertoe doet, en wat niet.
Maar dat bestaat niet. Zelfs niet op mycobank.com, op dit moment de databank voor beschrijvingen van paddenstoelen. Informatie is zelden gelijkwaardig.
Er is kennelijk geen beschrijvingsprotocol, geen vaste aanpak. Voor het vinden van een soortbeschrijving ben je aangewezen op drie-vier-vijf verschillende bronnen.
Daarna kom je om in de details, en pas daarna kun je uitfilteren wat er toe doet, en wat niet.
In de winter van 2011-2012 is het hoofdstukje Buikzwammen stevig aangepakt. In de komende jaren zullen ook andere stukken van de website vernieuwd worden.
Vanaf nu komt de aandacht minder te liggen bij Natuurpark Spoorzicht alleen, en meer op de groot-regio Amsterdam en het Gooi in het algemeen.
|
|