Slobkousbij en Grote wederik |
Grote wederik, Penningkruid en de gekweekte puntwederik zijn lid van de Sleutelbloemfamilie, en hebben een bijzondere eigenschap met elkaar gemeen. Deze planten hebben oliebloemen.
De olie wordt afgescheiden uit klierharen op de voet van de helmdraden.
Op het noordelijk halfrond zijn het de enige bloemen die olie maken in plaats van honing. In Afrika zijn veel meer plantensoorten met oliebloemen. In Park Spoorzicht groeit Grote wederik en penningkruid. Na een tip van een KNNV-lid tijdens een insectenexcursie, hielden we deze standplaatsen goed in de gaten. "Ze zouden er nu al moeten zijn", zei de vrouw. Een week later vonden we de eerste slobkousbijtjes bij de bloemen van de wederik.. |
Het Slobkousbijtje heeft zich gespecialiseerd op deze oliebloemen. De vrouwtjes verzamelen de olie en het stuifmeel als voedsel voor de bijenlarven. De mannetjes (darren) bezoeken de plant alleen op zoek naar vrouwtjes.
Het bijtje duikt met de kop naar voren diep tussen de helmdraden op zoek naar de oliebron, en haar borststuk raakt daarbij helemaal bedekt met stuifmeel. In de vlucht hevelt de bij de olie en het stuifmeel over naar korfjes aan de achterpoten (de slobkousen). Tijdens het bloembezoek steekt ze haar achterpootjes (met de korfjes) omhoog om de inhoud niet te verliezen. |
Voor nectar (eigen eten) vliegen vrouwtje en mannetje naar andere bloemen in de nabijheid zoals de akkerdistel en het koninginnekruid. Maar als het vrouwtje op olie uit is, beperkt ze zich in de bloemkeus.
Mannetjes van de slobkousbij vliegen iets eerder uit dan vrouwtjes, en wachten deze op bij de Grote wederik. 's Nachts slapen zij in de bloemen. En warempel (foto links) troffen we 's avonds om een uur of tien een slapend mannetje aan in een van de bloemen! |
Grote wederikken waren vroeger heel algemeen. Omdat boeren streefden naar waterpeilverlaging om te kunnen hooien, nam het biotoop (leefgebied van de plant) af, en dus nam het leefgebied van het slobkousbijtje ook af.
Tegenwoordig streven natuurbeschermers naar herstel van het natuurlijk waterpeil, en nemen de vestigingskansen voor dier en plant weer wat toe. |