Staafwants (Ranatra linearis) Foto: JW. Wertwijn, Enkhuizen - Streekbos, 12 april 2014 Determinatie: Ton van Haaren |
De staafwants is vrij algemeen en leeft in stilstaand water tussen waterplanten,
vlak onder het wateroppervlak opdat de wants makkelijk adem kan halen.
Daartoe heeft de staafwants een dunne adembuis, meestal half zo lang als het lichaam.
Een volwassen staafwants is 30-40 mm lang (lengte adembuis tot 3 cm).
Staafwantsen zijn slome maar geduchte jagers van prooidieren: visjes, kikkervisjes, insecten en insectenlarven. Als er een prooi langs komt, schieten ze naar voren, en grijpen hem beet. Net als andere wantsen hebben ze monddelen in de vorm van een uitklapbaar rietje (zuigbuis). Daarmee prikken ze de prooi aan, spuiten oplosmiddelen in de prooi, en drinken die dan leeg. Staafwantsen worden vaak geparasiteerd door rode watermijten. De vrouwtjes zetten eitjes stuk voor stuk af in stengels van waterplanten. Ieder eitje heeft twee adembuisjes (dus minder adembuisjes dan bij Waterschorpioen-eitjes). Eitjes komen na twee tot drie weken uit. Daar komen nimfen uit. Nimfen doen er tot 2 maanden over om, na een paar vervellingen, volwassen te worden. Tot die tijd lijken ze op volwassen staafwantsen, maar dan zonder vleugels. Toch zijn er ook wat gedragverschillen. Jonge nimfen kunnen zich nog niet vasthouden aan waterplanten; ze drijven dus rond met de adembuis boven, en ze eten werkelijk alles wat beweegt, dus ook elkaar. Zie: Wikipedia |
Startscherm |