Zwartwordende bovist
(Bovista nigrescens)
NMV Ga 202040

Taxonomie (stamboom):
Zwartwordende bovist is een soort uit het geslacht Bovist (Bovista). Voor deze groep bestaan aparte beschrijvingsbegrippen, zoals gleba, subgleba, e.d. Voor uitleg, zie hier.

Als je er een lijntje op krast, wordt dat eerst bruin, dan zwart
 

 
 
 

Voor het afpellen van een Zwartwordende bovist, moet je een hoop moeite doen; vanzelf gaat het niet


Veldkenmerken :
De Zwartwordende bovist heeft een witte opperhuid en een witte onderhuid. Als je op de opperhuid een krasje zet, kleurt dat streepje zwart (bruin volgens Gerhardt). Als je de bol pelt, ziet de onderhuid wit (vers), stopverfkleurig-grijs (na een paar dagen), en uiteindelijk donker purperbruin (ouderdom).

Biotoop en Regio:
De Zwartwordende bovist staat niet in park Spoorzicht, en niet in Diemen. Deze soort is wel iets zuidelijker te vinden, in de omgeving van de Hollandse brug (Muiderberg) en de Stichtse brug (Blaricum-Huizen). De dijklichamen van die bruggen, en de opgespoten, recreatief bedoelde graslanden aan de dijkvoet, vormen het goede biotoop.

De Zwartwordende bovist is minder algemeen dan de Loodgrijze bovist, maar beide delen de voorkeur voor droge tot vochtige zandgrond in hooilanden, schrale graslanden, bermen, dijken, op open plekken en paden in bos en duin. De Zwartwordende bovist komt iets vaker voor op keutelplaatsen van konijnen en schapen, en de Loodgrijze bovist iets vaker op vaak gemaaide graslanden. De Zwartwordende bovist tref je zelden op de hei, de Loodgrijze soms wel, maar dan vooral onder in deels beschaduwde zandafgravingen, op de grens van pad en gras.

Zwartwordende bovist
(Bovista nigrescens)
7 november 2004
Molsgat (Texel)

Zoek de verschillen tussen het linker en rechter plaatje

Loodgrijze bovist
(Bovista plumbea)
27 oktober 2001
Zilverstrand (Almere)


Verwisselbaarheid:

  • De Loodgrijze bovist heeft in een jong stadium ook een witte opperhuid, maar is daaronder loodgrijs, bij zowel een jong en vers exemplaar als bij een oud geval. De onderhuid van de loodgrijze bovist verkleurt nauwelijks bij ouderdom. De opperhuid wordt niet zwart als je er een krasje op zet: bij de Zwartwordende bovist gebeurt dat wel.
     
  • Afgeplatte stuifzwam (Vascellum pratense) is geen bovist, maar een stuifzwam. Jong zijn ze niet verwisselbaar: Afgeplatte stuifzwam heeft een steel, en een korrelig tot wrattig oppervlak. De Zwartwordende bovist is bolvormig, zonder steel, en is glad en kaal.
    Als ze ouder zijn, wordt het lastiger. De Afgeplatte stuifzwam verliest al snel de korreltjes en wratjes, en daarvan blijft ook geen spoor achter op de huid. Die wordt al snel onbestendig grijs (niet wit), glad en kaal. De opperhuid wordt niet zwart, als je er een krasje op zet.

    Je moet ook eens letten op de steel van de Afgeplatte stuifzwam.
    De Afgeplatte stuifzwam heeft in die steel een steriel deel, afgescheiden door een horizontaal gespannen vlies. Boven het vlies zitten de sporen, eronder steriel sponsachtig weefsel. Dat vlies is een kenmerk van het (Vascellum)-stuifzwam geslacht.

Er zijn altijd wel mensen mee op excursie die jonge stuifzwammen doorsnijden of, handiger, oude stuifzwammen doorknippen met een grote huishoudschaar. Dat doen ze bij twijfel. Stuifzwam-geslachten kun je uit elkaar houden op basis van doorsnee van het subgleba (steriele weefsel in de steelvoet). Is dat enkelvoudig en compact, dan veert de steel(-voet) niet lekker mee als je erin knijpt. Is dat meerkamerig, losser, dus met meer holtes, dan is het veerkrachtig als een goede spons.
Bij Zwartwordende en Loodgrijze bovisten kan dat niet (er is amper steelvoet), en hoeft het ook niet, want de ronde vorm maakt het geslacht ondubbelzinnig duidelijk.


Bronnen:
Zie Hier. Determinatie: Zie daar.


Top