Zwartsprietdikkopje

Spikkeldikkopjes [Pyrgus]

Thymelicus lineola

			Zwartsprietdikkopjes komen veel voor in 't Gooi. Ik zag ze in 2002 in 't Laegieskamp, maar ook in de berm van de A1 ter hoogte van Motel De Witte Bergen.
	Zie:		Vliegtijden tabel
	Foto's:		Foto man nectar drinkend op harig wilgenroosje, foto vrouw, nectar drinkend op knoopkruid.
			Verspreiding: Er is een toename van het zwartsprietdikkopje: grotere aantallen, meer kilometerhokken, maar het aantal regio's van het land waar de soort voorkomt, neemt af. Waardplant: Kropaar, gladde witbol, boskortsteel, gevinde kortsteel, timotheegras, kweek. Ei-afzet: in de dorre bladschede van b.v. kropaar en gladde witbol. Dagbesteding: Zo'n 54% van de dag is het zwartsprietdikkopje op zoek naar eten. Meer dan 59 soorten planten zijn geschikt. Slangekruid, beemdkroon, akkerdistel, knoopkruid, kale jonker, struikheide, witte klaver, rode klaver, vogelwikke, braam, ijzerhard, streepzaad, speerdistel. Generaties: Er is maar één generatie: half juni tot begin september. (Piek: 15 juli tot 15 augustus).
	Overwintering:		Als ei (in de verhoute delen in de bladschede van de wat oudere planten). Verpopping: de rups komt uit het ei in het voorjaar, klimt op een blad en begint te eten. De rups verpopt op de grasbladeren.
	Vlucht:		Oriëntatie op ruige graslanden, braakliggende terreintjes, ruige berm- en dijkbegroeiingen. Eitjes worden afgezet nabij bosranden, bermen en dijken. Weinig last van hier en daar wat bebouwing. Vlinder trekt langs wegbermen e.d.
	Beheer:		Ruigten zijn nodig, maaien moet gefaseerd. Grootste nectaraanbod is nodig in juni, juli en augustus
	Observaties:		Standvlinder. Vooral te vinden in graslanden en ruderale terreinen waar natte en droge delen aan elkaar grenzen. De vlinder vliegt altijd in de korte of ruige vegetatie. De vlinder is veel te vinden in tuinen, parken, bij parkeerterreinen, industrieterreinen, en in ruigten op dijken en wegbermen.

dagvlinders=>zwartsprietdikkopje