Kleine parelmoervlinder | Parelmoervlinders [Nymphalidae] | Issoria lathonia |
De Kleine parelmoervlinder is een van de vele parelmoervlinders die in de vorige eeuw voorkwamen in 't Gooi.
Kars Veling (Vlinders Tussen Vecht en Eem, TVE, 11e jrg., nr.4,1993, pp. 183-188) noemt de parelmoervlinder nog als een Gooise soort die bezig is te verdwijnen.
De enige parelmoervlinders die ik normaal tegenkom, zitten in de duinen bij Castricum of bij Vogelenzang, maar nooit in 't Gooi. |
||||
Zie: |
Vliegtijden tabel |
|||
Verspreiding: |
In het Gooi kwamen voor 1980 meerdere soorten parelmoervlinders voor,
zoals kleine , duin- en, grote parelmoervlinder,
keizersmantel, veldparelmoervlinder, bosparelmoervlinder en zilveren maan.
Ze zijn allemaal verdwenen uit het Gooi. En ze zijn allemaal zeldzaam geworden in Nederland. De kleine, de duin, en de grote hebben viooltjessoorten als waardplant. Zij zijn afhankelijk van niet-geëutrofieerde blauw grasland. Veel blauwgraslanden verruigen door ze te bewerken met te zware voertuigen, door eutrofiëring en ontwatering. Daardoor verdwijnen de waardplanten. Zilveren maan, keizersmantel en veldparelmoer zijn afhankelijk van niet-geëutrofieerde veenweidengebieden. Een reden waarom de waardplanten verdwenen, was het wegvallen van begrazing en het daardoor voortschrijden van de begroeiingssuccessie (verbossing). Een andere reden was het inlaten van gebiedsvreemd water, afkomstig uit Vecht en Rijn. De bosparelmoervlinder leefde bij de gratie van de eikenhakhoutcultuur die is verdwenen. Enkele soorten worden genoemd in het artikel van Kars Veling, Vlinders Tussen Vecht en Eem, Bron: TVE, 11e jrg., nr.4, 1993, pp. 183-188.. |
|||
Waardplant: |
De waardplanten van de kleine parelmoervlinder zijn duinviooltje en driekleurig viooltje.
Maar ook met andere wilde viooltjes neemt de soort genoegen. De vlinder zet de eitjes op de onderkant van het blad.
De rups verpopt vlakbij de grond in een los spinsel. |
|||
Dagbesteding: | Zo'n 30% van de dag is de vlinder op zoek naar eten, en van zo'n 37 soorten planten valt de nectar in de smaak. De top 7 van meest bezochte bloemen is koninginnenkruid, slangenkruid, vlinderstruik, driekleurig viooltje, watermunt, jacobskruidkruid, kattenstaart. | |||
Generaties: |
Drie, elkaar sterk overlappende, generaties per jaar, de eerste vanaf begin april, de laatste tot eind november.
De eerste piek ligt op 15-25 april, de tweede piek op 10 juni tot 5 juli, en de derde piek ligt tussen 5 augustus en 1 september.
De vlinder is niet alleen een standvlinder maar ook een trekvlinder. In sommige jaren komen er in het seizoen flink wat immigranten bij. |
|||
Overwintering: | Als rups op de waardplant. | |||
Vlucht: | De kleine parelmoervlinder is sinds 1980 vooral een duinsoort. Voor de eitjes zoekt de vlinder schrale duingraslanden, en voor het nectarzoeken vliegt de vlinder vooral naar natte, moerassige en ruige terreinen. | |||
Beheer: | Vlinderstruiken aanplanten in tuinen langs de duinen is voor deze dieren van grote betekenis. | |||
Observaties: | In de Amsterdamse Waterleiding Duinen (AWD) en in de duinen bij Castricum (PWN) kom ik af en toe kleine parelmoervlinders tegen. Ze zitten daar vaak te zonnen op de zandpaden vlak bij schrale graslandjes. Het zijn er niet veel. Zo hier en daar eentje, en vaak ook afgeragde exemplaren. |
dagvlinders=>kleine parelmoervlinder |