Gehakkelde aurelia Vossen [Nymphalidae] Polygonia c-album
    De Gehakkelde aurelia komt bij mij in de buurt al jaren achtereen voor, in bosranden van iep en hazelaar. In het Laegieskamp kwam ik er maar een paar tegen. Maar ik zag dan ook nergens iepen en hazelaars staan. Ik heb er in 2002 heel wat bosranden voor afgespeurd om er uiteindelijk drie te vinden, in beide kilometerhokken samen.  
  Zie:   Vliegtijden tabel  
  Foto's:   De foto's zijn gemaakt in Park Spoorzicht in Diemen (km-hok 126x484)
Foto1, Foto2, Foto rups. Foto pop
 
 
  gevonden karnemelksloot midden karnemelksloot noordwest karnemelksloot noordoost blauw grasland tennisbanen verlengde fortlaan zwembadvallei wei1 wei2 wei3 wei4 zwembadbos west zwembadbos oost eco-sloot fort pannekoek   Verspreiding:
De vlinder kwam voor 1980 algemeen voor in het Gooi, maar is daar tussen 1981-1986 niet waargenomen.
De kern van het verspreidingsgebied ligt in Limburg en Noord-Brabant. Vandaar uit breidt het areaal zich sommige jaren uit in noordelijke en noordwestelijke richtingen. Over meerdere jaren lijkt de tendens dat in het noordwesten de vlinders maar één generatie per jaar hebben en in het kerngebied 2 generaties. Dat zou met het nectaraanbod samen kunnen hangen. Maar in Spoorzicht (Diemen) kwamen regelmatig twee generaties per jaar voor.

Waardplant:
Grote brandnetel, iep, hop, hazelaar. Eitjes worden elk apart afgezet op de bladrand. Brandnetels langs heggen, in bosranden hebben de voorkeur.

Dagbesteding:
Zo'n 31% van activiteit is voedsel zoeken. Ruim 14 soorten: akkerdistel, koninginnenkruid, braam, aster, vlinderstruik, ruit, vertkruid, wilde liguster, prunus.
 
  Generaties:   Twee generaties per jaar: overlappende vliegperiodes.
De eerste generatie vliegt van half juni tot eind augustus (piek: 5 juli tot 1 augustus).
Tweede generatie vliegt van eind augustus tot na de overwintering volgend kalenderjaar, in begin juni.
Eind oktober, begin november gaan de meeste vlinders in winterrust. Deze vlinders kunnen al in maart actief zijn, en dan al eitjes leggen.
Eitjes die vroeg worden afgezet, ontwikkelen zich tot vlinders die het zelfde jaar nog eitjes afzetten. Eitjes die laat in het voorjaar worden afgezet, komen wel uit, maar die vlinders planten zich dat jaar niet meer voort.
 
  Overwintering:   Vanaf eind oktober gaan de vlinders in winterrust. Ze overwinteren vlak bij de grond, aan de onderkant van boomwortels, tussen takkenbossen, houtstapels, tussen afgevallen bladeren. De onderkant van de vlinder lijkt op verdord blad.  
  Vlucht:   Vlinder oriënteert zich op bosranden, hagen, heggen, bomenrijen, houtwallen.
Ei-afzet: halfbeschaduwde, vochtige plaatsjes in de beschutting van struweel of bos waar brandnetelbosjes staan.
Nectar: In tuinen en ruigten.
 
  Beheer:   Bosbeheer moet gericht zijn op ontwikkeling van een geleidelijke overgang van bos, via struweel, naar ruigte en grasland. Bosranden en houtwallen moeten aan de zonzijde inhammen hebben waarin de vlinder beschutting vindt tegen de wind. Brandnetelbosjes moeten zoveel mogelijk blijven staan voor het afzetten van de eieren.
De ruigte is van belang voor het nectar aanbod. Nectar aanbod is het hele jaar door van belang.
 
  Observaties:   Algemene standvlinder.De vlinder vliegt meestal alleen. Hij heeft een krachtige vlucht. Glijvluchten, afgewisseld met krachtige slagen. Het mannetje patrouilleert vaak vanuit een luwe, zonnige plek in een struik of boom op 2-3 meter hoogte. Hij doet dat dan vaak meerdere dagen achtereen. In het najaar zuigt de vlinder vaak aan rottend fruit. Ook drinkt de vlinder water bij plassen op een pad of zit op mest. Eitjes worden afzonderlijk op de bladrand afgezet. De vlinders overwinteren (als ze zich nog niet hebben voortgeplant) of sterven (als ze dat wel hebben gedaan).  
dagvlinders=>gehakkelde aurelia