Kleine vos | Vossen [Nymphalidae] | Aglais urticae |
Er waren meerdere generaties Kleine vos, de vroegste in maart, de laatste in augustus, uitsluitend in het zuidelijk kilometerhok van het Laegieskamp in 2002. | ||||
Zie: | Vliegtijden tabel | |||
Foto's: | Foto vlinder open en
Foto vlinder dicht gemaakt in het Laegieskamp.
Foto rupsen gemaakt in Park Spoorzicht in Diemen. |
|||
Verspreiding:
Uiterst algemene standvlinder (met zwervende trekjes), kan bijna overal worden waargenomen. Waardplant: De belangrijkste waardplant is de grote brandnetel, in open, zonnige zomen in het landschap. Eitjes: vlinder zet de eitjes af met 80-200 stuks tegelijk op de onderzijde van het brandnetelblad. De rupsen leven tot de laatste vervelling samen in een spinsel van meerdere bladeren. Daarna verspreiden ze zich over de plant. De rups verpopt aan plantenstengels, muren en gebouwen, soms een eindje van het brandnetelbosje verwijderd. Dagbesteding: Zo'n 57% van de dag bestaat uit nectar zoeken, op ruim 135 soorten planten: vlinderstruik, akkerdistel, aster, koninginnenkruid, klimop (...). Generaties: Twee tot drie generaties per jaar. 1. van eind mei-begin aug, 2. van eind jul tot het volgend jaar, 3. van eind aug tot het volgend jaar (piek: 15 tot 25 sep). |
||||
Overwintering: |
Soort overwintert als vlinder in gebouwen, onder afdakjes, in holle bomen e.d.
De opgevouwen vleugels doen aan een verdord blad denken.
Begin november gaan de laatste vlinders in winterrust, en vanaf begin maart zijn vlinders van de 2e en 3e generatie vliegend aan te treffen. |
|||
Vlucht: |
Vlucht: bloemrijke begroeiingen van tuinen, bosranden, bermen en akkerranden.
Eitjes: open, zonnige brandnetelbosjes langs de zomen worden uitverkozen. Nectar: Van juli t/m september in uiteenlopende terreinen. |
|||
Beheer: |
Extensieve begrazing. Bij maaien of wieden moeten de plekjes van de waardplanten ontzien worden.
Nectar: In van juli-september moet er een groot aantal nectarplanten in bloei staan. |
|||
Observaties: |
Vlinder zit vaak laag bij de grond; ook wel op zandhoopjes te zonnen, kale stukjes grond, of op een mesthoop, meer dan b.v. op struiken.
Vlinder heeft grotere voorkeur voor tuinen, parken en droge ruigten dan voor grasland, natte ruigten, akkers en braamstruweel. Maar de vlinder houdt zich wel vaak op vlakbij braamstruweel (b.v. 1-2 meter ervan af). |
dagvlinders=>kleine vos |