Argusvlinder Zandoogjes [Nymphalidae, Satyrinae] Lasiommata megera
    Net als het Bruin blauwtje komt de Argusvlinder al jaren voor in het Laegieskamp, en eventjes zag het ernaar uit dat De Argusvlinder er niet meer voorkomt, net zomin als het Bruin blauwtje.
Toch vond ik er in 2002 nog eentje, in het zuidelijk kilometerhok van het Laegieskamp. Niet echt om vrolijk van te worden.
 
  Zie:   Vliegtijden tabel  
  Foto's:   Foto1.
 
 
  gevonden karnemelksloot midden karnemelksloot noordwest karnemelksloot noordoost blauw grasland tennisbanen verlengde fortlaan zwembadvallei wei1 wei2 wei3 wei4 zwembadbos west zwembadbos oost eco-sloot fort pannekoek   Verspreiding:
De argusvlinder is een uiterst algemene standvlinder, en komt in de helft van de Nederlandse uurhokken voor.
In het gebied rond 't Laegieskamp komt de vlinder volgens waarnemersgegevens al meer dan vijftig jaar voor.

Waardplant:
Waardplanten zijn diverse soorten grassen zoals kropaar, beemdgras, ruwe smele en kweek.
Vaak worden de eitjes afgezet in kleine warme terreininzinkingen zoals kuiltjes van konijnen of pootafdrukken in het pad. Eitjes worden afzonderlijk gelegd op het blad van de stengel van de waardplant.
De rups verpopt vlak bij de bodem op verdorde planten, stenen en stukken hout.

Dagbesteding:
De vlinder besteedt 35% van de dagactiviteit aan zoeken naar voedsel. Ruim 75 soorten nectarplanten, waaronder: Vlinderstruik, akkerdistel, knoopkruid, watermunt, koninginnenkruid, akkermelkdistel, kale jonker, schermhavikskruid, centaurie, distel, kattenstaart, rode klaver, herfstleeuwetand, vederdistel, struikheide, klaver, dahlia, braam, damastbloem, ijzerhard, jacobskruiskruid, munt.
 
  Generaties:   Drie generaties per jaar.
De eerste generatie van eind april tot begin juli (piek: 1 tot 15 juni).
De tweede generatie vliegt van begin juli tot eind september (piek: 5 tot 25 augustus).
De derde generatie vliegt van begin september tot begin november.
 
  Overwintering:   Overwintert als rups.  
  Vlucht:   Voor de vluchtoriëntatie zijn bermen dijken, heggen en bosranden van belang.
Ei-afzet: kleine terreininzinkingen in het grasland.
Nectar: aanbod vindt de vlinder in tuinen, grasranden en ruigten.
 
  Beheer:   Extensieve begrazing en gefaseerd maaien omdat eitjes en rupsen in het maaisel kunnen zitten.
Nectar: Groot nectaraanbod gewenst in juni, juli en augustus.
 
  Observaties:   Uiterst algemene standvlinder. Goede, krachtige vlieger, kan grote afstanden afleggen. Mannetje kan territorium zeer agressief verdedigen. Vlinder is schichtig, en moeilijk te benaderen, zelden meer dan enkele seconden de tijd om een foto te maken.
Als de vlinder zont, zit hij vaak kortstondig in kleine holtes, kuiltjes in het terrein, meestal op kale grond, met de vleugels dichtgevouwen. Dit bijvoorbeeld in tegenstelling tot de kleine vos, die ook graag zont op kale grond, maar dan juist op bultjes in het terrein, en met opengevouwen vleugels.
 
dagvlinders=>argusvlinder