Grote keizerlibel Glazenmakers [Aeshnidae] Anax imperator  

klik op foto   De Grote keizerlibel is een van de meest voorkomende glazenmakers in Park Spoorzicht in Diemen. Met zijn in de vlucht licht gekromde achterlijf is het een van de meest herkenbare insecten. Zelfs zonder verrekijker is het bingo. Een leuke soort om in excursies aan te wijzen.
Een grote rover is het ook. We schepten er eentje met het net uit de lucht die net bezig was een vrouwtje Gewone oeverlibel op te peuzelen.

In het Laegieskamp heb ik echt naar deze soort moeten zoeken, en uiteindelijk vond ik ze in de fortgracht en bij het voormalige Koeienbad in het Zwembadbos.

De foto links is gemaakt in een groeve in de buurt van Winterswijk. In het Laegieskamp vond ik in 2002 geen bewijzen van uitsluiping.
 
  Foto's:   Fotopagina  
  klik op kaart karnemelksloot midden karnemelksloot noordwest karnemelksloot noordoost blauw grasland tennisbanen verlengde fortlaan zwembadvallei wei1 wei2 wei3 wei4 zwembadbos west zwembadbos oost eco-sloot fort pannekoek   Verspreiding:
Zeer algemeen. In alle uurhokken in 't Gooi waargenomen.

Vliegtijd:
Van 12 mei tot 10 oktober (top: juni tot augustus).

Biotoop:
Stilstaande wateren, vooral op de zandgronden en in de duinen; komt wel voor in laagveengebieden, ook in tuinvijvers.

Gedrag:
Mannetjes vliegen traag en zwierig over het water, en verjagen indringers hardnekkig uit hun territorium. Foeragerende libellen zijn tot op kilometers afstand van het voortplantingswater te vinden. Ze leven van dagvlinders, grote zweef- en roofvliegen, juffers en libellen, en al het kleinere grut dat ze tegen komen.
 
  Paring:   Geslachtsrijpe mannetjes houden dagelijks enkele uren een territorium boven het water bezet. Daartoe vliegen ze een vast parcours boven het water om anderen weg te jagen. Als een vrouwtje zich aandient, vormen ze een rad. Het paringsrad eindigt in de bomen. daar verlaten ze elkaar  
  Ei-afzet:   De eieren worden zonder assistentie van het mannetje door het vrouwtje afgezet in drijvende waterplanten en plantendelen. Meestal gebeurt dat tegen de avond als er minder mannetjes actief zijn. Lastig gevallen vrouwtjes doen alsof zij eieren afzetten, en krommen zich dan.  
  Ontwikkeling:   Na drie weken komen de eieren uit. De groei van de larven stopt in oktober (diapauze). In mei groeien de larven weer verder. Larven die voor eind mei het laatste stadium bereiken, sluipen dat jaar uit. De trager ontwikkelde larven overwinteren nogmaals, en sluipen een jaar later uit. De jonge larven leven in de waterplanten, en hebben dan een zwart-wit tekening. Oudere larven leven tussen de waterplanten, en hebben een groenig gevlekt uiterlijk. De larven eten o.a. weekdieren, muggenlarven en duikerwantsen.  
  Uitsluiping:   Uitsluipen doen de larven op brede stengels of bladeren van beschaduwde planten die in of bij het water staan. Ze klimmen daarin enkele decimeters hoog. In de nacht verlaten de larven het water, en 's morgens om 10 uur zijn ze daar waar ze willen zijn. Na ongeveer een uur begint het vervellen, en om 13.00 uur is het imago opgepompt. In Engeland werd een waarneming gedaan van een huidje op 30 meter van de oever in een boom op 2 meter hoog. Uitsluipende libellen zijn een grote lekkernij voor vogels, kikkers en kamsalamanders.  

  Te verwarren met:
  • Verwisseling is eigenlijk niet mogelijk. Qua vorm en grootte lijkt de Zuidelijke keizerlibel, (Anax parthenope) er het meest op, maar qua kleur totaal niet. Het borststuk van de Zuidelijke is bruin, en het achterlijf is anders gekleurd: segment 1 is donker, segment 2 heeft een gele streep, segment 2 en 3 hebben een grote blauwe vlek en de overige segmenten kunnen allerlei kleuren heben (olijfgroen, roze, paars, bruin, blauwgrijs), maar nooit die intense blauwe kleur met zwarte lengtestreep die het mannetje van de Grote keizer kenmerkt.
 

  Meer foto's:   http://www.ulstermuseum.org.uk/dragonflyireland
http://perso.wanadoo.fr/ramieres
 

werthof.home.xs4all.nl/libellen.html::
libellen::libellen=>glazenmakers