laatst bewerkt (y.m.d): 2011.01.17

Plantengallen, Galtype: ambrosia
  Een ambrosiagal is een gal waarin een dier een bepaalde schimmel gebruikt om het galmateriaal te kunnen opeten. Zij draagt die schimmel bij zich. De schimmel verteert de voedingslaag in de gal. Het diertje eet dan van de schimmel. Het eet dus niet zelf van het galweefsel.

Galmuggen die ambrosiagallen veroorzaken, behoren onder andere tot de geslachten Asphondylia en Lasioptera.

De stricte definitie van een gal houdt in dat de gast zelf eet van het weefsel van de gal. Daar is bij het ambrosia galtype dus alleen indirect sprake van.

Ambrosia is ook de naam van het geslacht van een zeer schadelijk kevertje in de bosbouw.
Deze kevers hebben een schimmel bij zich in hun maagdarmstelsel. De schimmel breekt voor hen plantencellen (lignine) af waardoor ze die kunnen eten.
De eileider van het vrouwtje ontstaat uit het maagdarmstelsel. Als zij eieren aanmaakt, kan ze niet meer eten.
De eieren zijn bij de aanmaak omgeven door een schimmellaagje. Pas als de larve uit het ei gekropen is en zijn eiresten opeet, en de schimmel in het maagdarm stelsel krijgt, is de larve ook in staat om de plantendelen te verteren. Een ambrosialarve die het ei niet opeet, zal de hongerdood sterven.
Van enkele boktorsoorten is een soortgelijke 'symbiose' met een schimmel aangetoond.

De overeenkomst tussen ambrosiakeverlarve en de larve in een ambrosia-galtype, is dus de aanwezigheid van een schimmel in de gal. Die schimmel komt daarin pas tot ontwikkeling nadat het eitje is gelegd.


In de Oecologische flora staat dat de Walstrobloemgalmug (Schizomyia galliorum) ambrosiagallen vormt.

 
Walstrobloemgalmug (Binntal, Zwitserland) Walstrobloemgalmug (Binntal, Zwitserland)