Historie PEN-eiland / Diemer Vijfhoek::Water

rietland met zeggenstobben en moeraswilgen 
De uitgestrekte rietvelden vormen een ideaal gebied voor griend-, riet- en moerasvogels, trekvogels, dwaalgasten en blijvers, om te fourageren, om uit te rusten van de lange tocht, of om te broeden in het riet.
 
De waterstroming aan de zuidkant van het PEN-eiland stagneert. De wisselende waterstanden van het buitenwater hebben hier veel minder effect op de begroeiing.
Daardoor ontstaat een typerende moerasvegetatie van veenweide en moeras wilgen.
  zeggenstobben in elzenbroek
De laatste jaren begint het rietland dicht te groeien met bomen. Ook worden de bomen merkbaar ouder en dikker.

Allerlei voor onze streken zeldzame vogels waren en zijn hier regelmatig te zien: grote karekiet, baardmannetje, waterral, bruine kiekendief, blauwborst, snor, en buidelmees.
De Wielewaal, broedvogel op het PEN-eiland, heeft de griendwilgen én het rietland nodig voor foeragering, maar ook bij voorkeur een populier om te broeden.
Vogelsoorten hebben vaak voorkeur voor 'hout', bomen, van een bepaalde leeftijd.
Blauwborst, sprinkhaanrietzanger, spotvogel, tuinfluiter, en roodborst geven de voorkeur aan twee- tot vijfjarig hout.
Watersnip, rietgors, grasmus en kneu hebben een voorkeur voor een- tot tweejarig hout. Staartmees en goudvink prefereren drie- tot zesjarig hout.

Als de bomen ouder dan vijf jaar zijn wordt het terrein beter geschikt voor houtduif, nachtegaal, zwartkop, groenling, putter, vink, wielewaal, zwarte kraai, ekster en roek.

 
De wilgen langs de rand van het rietland zijn alweer zo'n 20 jaar oud. De wilgen in het rietland zijn hooguit 5-13 jaar oud.
 
Voor het soort vogels dat er kwam en komt, is dat al heel veel. Het effect van het verlanden en daarmee verbossen van het PEN-eiland is merkbaar aan de bosvogels die er broeden.

het eiland pampus zelfs bij heiig weer nog net te zien
 

Andere minder algemene vogels zoals de krooneend, en de roodhalsfuut, zijn aangewezen op het buitendijkse water. De natuurlijke ondiepten, en het langs stromende koelwater van de centrale, leidt tot een weelderige groei van fonteinkruiden. Maar die ondiepten bevinden zich vooral aan de kant waar IJburg verrijst. En tussen het PEN-eiland en het Werkeiland in.

Aan de rietlandkant, de zuidkant van het PEN-eiland is zand gebaggerd ten behoeve van de bouw van de Bijlmer. Er zijn daar gaten van wel dertig meter diep gezogen om vanonder de alom aanwezige lagen veen en calais klei de dekzanden te winnen die daar in de ijstijden zijn afgezet.
Deze diepe onder water kolken kennen sprong, een verschijnsel waarbij de temperatuur tussen boven en onder zo groot is, dat in zo'n gat bijna geen zuurstof, licht en leven meer mogelijk is.
Een plek waar dat speelt is halfweg het PEN-eiland en het eiland Pampus, maar b.v. ook in de 'Bocht van Ballast', waar de baggerschepen van Ballast-Nedam indertijd een vluchthaven hadden bij stormig weer.
Het Werkeiland werd indertijd aangelegd t.b.v. de baggerschepen om aan te meren. Het bevat nu jaarlijks een grote kolonie ganzen.

De plek tussen PEN-eiland en Werkeiland wordt de doorvaart van de jachthaven van IJburg, en daartoe juist wat uitgediept, en voor het Werkeiland is bedacht dat het mooi kan dienen voor zwemrecreanten van de overkant.

Kenmerkend is dat juist de wateren met baggergaten zijn aangewezen om de teloorgaande natuur bij IJburg te compenseren voor de fonteinkruid slobberende watervogels. Water waarin geen fonteinkruid zal kunnen groeien. Water om in te dobberen in plaats van water om in te slobberen.
Voor dat water was een natuurcompensatieplan ontwikkeld om het ondieper te maken. Maar dat stuit op bezwaren van de electriciteitscentrale die er koelwater langs wil laten stromen. Zandstort betekent zand in de inlaat van het koelwatersysteem, en dat is foute boel.

de bocht van ballast
Verder
Begin

 
Historie++Water   http://werthof.home.xs4all.nl/peneiland.html