Laatste update: 15 april 2022 (links gecontroleerd)

Gewone vijverloper Hydrometra stagnorum (Linnaeus, 1758)
Foto: Dick van Mourik
 
Gewone vijverloper zijn naalddunne wantsen die leven op het wateroppervlak. Ze lopen vaak langzaam over het water. Ze worden 9 tot 12 millimeter lang. Ze staan op 6 ongeveer even lange, hoge, sprietdunne poten, Hun kop is smal langwerpig, en hun ogen zitten ongeveer op een derde van de koplengte, de rest is snuit en voelsprieten (antennes). Ze besteden opvallend veel tijd aan het schoonpoetsen van hun scherpe zuigsnuit.

De zuigsnuit steken ze in hun prooidier. Ze besluipen hun prooi in het water, en soms op land. En ze doen dat meestal in hun eentje. Je zult ze nooit samen op jacht zien.

Het zijn dagactieve jagers, jagend op insecten die bovenkomen om adem te halen en op in het water gevallen insecten. Ze gaan daarbij af op trillingen van het wateroppervlak. Ze eten ook veel, o.a. watervlooien, cyclops en springstaarten.

Ze kunnen volledig vleugelloos lijken, kleine, onvolgroeide vleugels dragen of volledig gevleugeld zijn (ze kunnen dan vliegen).
 

Gewone vijverlopers
Foto: JW. Wertwijn, 9 mei 2014, Diemen - Spoorzicht
Het halve witte rondje is een gezonken iependubbeltje.

In hun jeugd zijn Gewone vijverlopers onopvallend bruin gekleurd. Men zegt dat ze traag zijn, maar je ziet ze soms in een flits langs lopen over het water, als je ergens anders op let, bijvoorbeeld op een schaatsenrijder.
Volwassen Gewone vijverlopers zijn blauwig van kleur. Het mannetje berijdt het vrouwtje, in deze paringsdans. Daardoor lijkt het als of je een dier ziet met 12 poten en 2 paar ogen.
Als je let op de ogen aan weerszijden van de kop (op ongeveer 1/3 vanaf het borststuk), dan zie je dat dit man (iets kleiner) en vrouw (iets groter) zijn, in dit geval.

Volgens een andere website paren ze boven water, lopend op waterplanten.
Dit tweetal deed het onder water, lopend langs de oever. In drie seconden legden ze zo meer dan een meter af, keerden, kwamen weer terug lopen, en daarna kwamen ze elk apart eventjes boven water.
 
Gewone vijverlopers hebben een voorkeur voor begroeide oeverzones. Niet alleen om te jagen, maar ook om te paren en om eitjes af te zetten.

Voortplanting: zie Microcosmos

Verwisselbaarheid:
  • Kleine vijverloper (Hydrometra gracilenta)
    Bij de Gewone vijverloper zitten de ogen op ongeveer 1/3 vanaf het borststuk, en is het snuitje(de clypeus) vlak. Bij de Kleine vijverloper zitten de ogen verder af van het borststuk, en is het snuitje puntiger.
    Het snuitje (de clypeus) is een twijfelachtig soortkenmerk: op de foto boven kun je zien dat het mannetje (bovenste) een puntiger snuitje heeft dan het rechthoekiger snuitje het vrouwtje (onderste).
    Verwisseling van deze soorten is mogelijk in jeugdkleed (bruin), en wanneer exemplaren volledig uitgegroeide vleugels hebben( macropteer zijn) of onvolgroeide vleugels hebben (brachypteer zijn).
  • Beekloper: is veel steviger gebouwd dan vijverlopers
  • Schaatsenrijder: is veel lager op de poten, maakt schokkerige, roeiende beweging en gaat zelden alleen op jacht
  • Staafwants: leeft onder water, en heeft een adembuis aan de achterkant


Natuurpark Spoorzicht
Is aangetroffen in de puntvijver op 28 april 2014 tijdens de waterbeestjes excursie.

Zie:
Wikipedia
Microcosmos: Voortplanting
 

poes gijs
Startscherm