Blauwe glazenmaker Glazenmakers [Aeshnidae] Aeshna cyanea  

  klik op foto   De Blauwe glazenmaker scheert vaak laag over de grond. Ook in smalle bospaden in zon en schaduw langs braamstruiken, jaagt deze libel solitair vaak tot laat in september, oktober.
Vochtige ruiterpaden zoals liggen achter 't Bluk, maar ook in het Spanderswoud op kapvlakten is de kans groot om er eentje tegen te komen. Jong volwassen vrouwtjes vluchten voor mannetjes door op je mouw te komen zitten. Dan worden ze eindelijk even met rust gelaten.
 
  Foto's:   Fotopagina  
  klik op kaart karnemelksloot midden karnemelksloot noordwest karnemelksloot noordoost blauw grasland tennisbanen verlengde fortlaan zwembadvallei wei1 wei2 wei3 wei4 zwembadbos west zwembadbos oost eco-sloot fort pannekoek   Verspreiding:
Tuinvijversoort. Zeer algemeen. Waargenomen in alle uurhokken in 't Gooi. Kolonisator van nieuwe biotopen. Ook waargenomen bij 't Laegieskamp, o.a. bij voormalig fort Pannekoek.

Vliegtijd:
Van 18 mei tot 1 december (top: juli, augustus).

Biotoop:
Voedselrijkere kleine, stilstaande en zwakstromende wateren, bospoelen, tuinvijvers. De soort is niet veeleisend, maar komt vooral voor in een beboste, parkachtige omgeving, beschaduwde vijvers, plassen, poelen, inhammen, bochten, zijslootjes, brede sloten, vennen en tuinvijvers in stedelijk gebied.


 
  Gedrag (1):   Jonge exemplaren vliegen ver weg van de plek van uitsluiping. Ze jagen vaak laag bij de grond op half beschaduwde plekken langs bosranden, boswegen, heggen, in parken en woonwijken, en soms zelfs in huis. Ze eten allerlei insecten (vliegen, muggen, vlinders). Ze worden nogal eens door katten gepakt. Mannetjes hebben vaak een schokkerige vlucht, waarbij ze opeens op een plek blijven stilstaan. Deze libellen zonnen graag. Als ze op planten gaan zitten, hangen ze bijna altijd of zitten ze schuin. Ze zitten er zelden horizontaal op, zoals b.v. heidelibellen vaak doen.  
  Gedrag (2):   Volwassen imago's gaan op zoek naar een waterkant, zelden dezelfde waar ze vandaan kwamen. Geslachtsrijpe mannetjes verdedigen hun territorium. De territoriumgrootte is onafhankelijk van het aantal mannetjes. Het plekje wisselt dan vaker van eigenaar. Iedereen en alles moet eruit verdreven worden. Zelfs vogels (fitis) worden weg gejaagd.
Mannetjes vliegen vaak langs de oever op zoek naar geslachtsrijpe vrouwtjes. Die zitten meestal in de struiken of in het riet.
 
  Paring:   Een paringbereid vrouwtje vliegt naar het water,. Het mannetje grijpt haar, vaak in de vlucht. Hij voert haar meee de struiken in, of tot in de kruin van een boom. Daar duurt de paring dan ongeveer 2 uur.  
  Ei-afzet:   Het vrouwtje zet de eieren af in afwezigheid van het mannetje. de eieren worden net boven de waterlijn afgezet. De eieren worden afgezet op allerlei vochtige en beschaduwde materialen: in leved en dood plantenmateriaal, in drijfhout, in boomstammen, in rottend hout, in de modderige bodem aan de oever, in aarde, in met mos bedekte stenen, en zelfs op betonwanden, vensters, papieren en op het hoofd van een onderzoeker.  
  Ontwikkeling:   De eieren overwinteren, komen in het voorjaar uit. De halfvolgroeide larf overwintert meestal in de modder. De jonge larven leven in de vegetatie. Oudere larven leven op de bodem.De larven leven van muggenlarven, jufferlarven, waterwantsen, amfibieënlarven en jonge visjes. De larven eten elkaar niet op, en daarom kunnen er vele bij elkaar in een poeltje wonen. Het larfstadium duurt 2-3 jaar, maar in uitzonderlijke jaren kan de cyclus binnen een seizoen voltooid zijn.  
  Uitsluiping:   's Nachts of vroeg in de ochtend sluipen de larven uit, op planten die in of vlakbij het water staan. De meeste huidjes zijn zo'n 30 cm boven het water te vinden. Enkele individuen weten het beter en sluipen uit op het land, oeverwanden, of op stenen muren. Predators van uitsluipende Blauwe glazenmakers zijn o.a. huismus, en werksters van de gewone wesp.  

  De Blauwe glazenmaker is te verwarren met:
  • Glassnijder (Brachytron pratense)
    De Glassnijder vliegt veel vroeger in het seizoen dan de Blauwe glazenmaker, al is er een korte overlapping mogelijk, en vliegt veel vaker laag boven het water in vaste rechte banen op en neer dan de Blauwe glazenmaker. De Blauwe glazenmaker vliegt vaker bover land en vliegt juist zelden lange rechte banen op en neer. De zeer kleine streepvormige gele schoudervlekken van de Glassnijder zijn iel vergeleken bij de grote ovale gele schoudervlekken van de Blauwe glazenmaker.
     
  • Paardenbijter (Aeshna mixta)
    De Paardenbijter vliegt iets later in het seizoen dan de Blauwe, maar er zit ook een overlapping in.
    Beide soorten hebben een mozaiekpatroon op het achterlijf. De volwassen Blauwe glazenmaker heeft een mozaiek van blauw, geel en groen. De Paardenbijter heeft overwegend blauwe tinten.
    De grote ovale gele schoudervlekken van de Blauwe glazenmaker zijn overigens nauwelijks te verwarren met de schouderstrepen van de Paardenbijter.
     
  • Venglazenmaker (Aeshna juncea)
    De Venglazenmaker lijkt ook op de Blauwe glazenmaker. Maar er zijn een paar duidelijke verschillen. Het mannetje Venglazenmaker heeft veel smallere gele schouderstrepen dan de Blauwe glazenmaker heeft, en mist de groenige vlekken op segment 2 t/m 7 die de Blauwe wel heeft. De vrouwtjes van beide soorten zijn lastiger uit elkaar te houden: nauwelijks schoudervlekken en een ander patroon op segment 1 kenmerkt het vrouwtje 'Ven' vergeleken bij het vrouwtje van de Blauwe glazenmaker.
 

    Op 23 juni 2002 (15:39) vloog op een drassig ruiterpad achter 't Bluk deze jeugdige glazenmaker. Uit de kleur en het gedrag viel direct op te maken dat het een Blauwe glazenmaker was. Er was een plas water in het ruiterpad, er lagen paardenvijgen, en er zaten dan ook flink wat vliegen bij het water. Een lage vlucht op kniehoog over het ruiterpad. Tien meter heen, keren, tien meter terug, met af en toe een rustpauze op boomstammen en -takken waar de zon op viel. De libel was duidelijk juveniel, want nog niet helemaal uitgekleurd.  
  De kleuring was iets blauwer dan de foto doet vermoeden. Het blauw, geel en groen van een glazenmaker is een weerkaatsend kleurpigment dat zich op de buitenkant van het dier bevindt en soms reageert de lens daarop verkeerd. Toch kun je aan deze foto duidelijk zien dat het een Blauwe glazenmaker is (grote ovale schouderstrepen), en zelfs dat het een mannetje is.  
 
Het detail rechts op de foto maakt duidelijk hoe je verder kunt kijken. Volg de lengte-as over het achterlijf van borststuk naar de punt. Links en rechts van de lengte-as, staan gescheiden telkens twee dezelfde figuurtjes in het mozaiek. Maar op segment 8 tot 10 zijn de figuurtjes verbonden. Die figuurtjes zijn kenmerkend voor het mannetje Blauwe glazenmaker. Het vrouwtje heeft weliswaar ook op segment 8 tot 10 verbonden figuurtjes, maar die op segment 8 zijn korter. De achterlijfaanhangsels zijn ook nog niet helemaal klaar voor de paring.
 

  Meer foto's:   http://www.ulstermuseum.org.uk/dragonflyireland
http://perso.wanadoo.fr/ramieres
 

werthof.home.xs4all.nl/libellen.html::
libellen::libellen=>glazenmakers