Beekoeverlibel Korenbouten [Libellulidae] Orthetrum coerulescens  

  Waarnemingen:   Geen.  
  Verspreiding:   Zeldzaam. Is niet in het Gooi waargenomen.  
  Vliegtijd:   Van juni tot augustus.  
  Biotoop:   Ondiepe, langzaam, soms snel stromende beken en greppels maar ook in kleine plassen en sloten met stilstaand, in niet te voedselrijk water, kwelwater in de omgeving, vaak in vochtige heidegebieden met dophei, beenbreek en veenmos.  
  Gedrag:   Het is een warmteminnar en hoogzomersoort. Ze zoeken een leefgebied dat de hele dag zon krijgt. Net uitgeslopen dieren zijn zeer zwerflustig en vliegen kilometers ver. Mannetjes zitten graag op hoge planten en stenen. Zo kunnen ze hun territorium bewaken en op de vrouwtjes wachten. Een territorium is 10 meter lang. Ook maken ze lange inspectievluchten. Ze kunnen weken achtereen trouw dat ene territorium bewaken.  
  Paring:   Begint in de lucht, eindigt zittend. Dat kan 1 tot 25 minuten duren. Na de paring vliegen de dieren samen naar het water voor de ei-afzetting. Meestal nemen beide partners eerst een rustpauze voor het afzetten begint.  
  Ei-afzet:   Vrouwtje zet eieren dippend af op het wateroppervlak, terwijl het mannetje om haar heen vliegt om het territorium te bewaken. Water is meestal hooguit 50 cm diep. Soms ei-afzet op vochtige bodem.  
  Ontwikkeling:   Na 12 uur ontsaat een kleverig hechtingslaagje op de eieren. Na zo'n zes weken komen de eieren uit. De larven leven op en in de bodem van het ondiepe water en tussen waterplanten. Het larfstadium duurt twee jaar. Modder en veel waterplanten zijn nodig voor de larven.  
  Uitsluiping:   Larven sluipen uit op waterplanten vlakbij de oever en op veenmos. Dit duurt van eind mei tot eind augustus, met een piek in de eerste twee weken van augustus.  
  Mobiliteit:   Zeer grote actieradius, 50 kilometer vormt geen probleem. De soort is echter zeer kritisch voor de aanwezigheid van warmte en kwel, en komt hoofdzakelijk in Zuid-Limburg voor. Er is een plek op de Veluwe en bij Winterswijk waar ze ook gezien zijn.  
  Begeleiders:   De begeleidende soorten komen alleen samen voor in de steengroeve bij Winterswijk. De soorten komen niet voor in het Gooi.  

Te verwarren met:
  • Bruine korenbout (Libellula fulva)
    Volwassen mannetjes Bruine korenbout hebben ook een blauw berijpt achterlijf, maar de lengte is veel korter, en de achterlijfsegmenten 1 en 2 zijn bruin, 3-8 blauw en 9 en 10 zwart. Bij de Beekoeverlibel is alleen achterlijf segment 10 zwart en segment 9 soms gedeeltelijk zwart; het achterlijf is bovendien veel langer en slanker.
  • Platbuik (Libellula depressa) Volwassen mannetje Platbuik is een korenbout en heeft ook een blauw berijpt achterlijf. Net als bij de Bruine korenbout is het achterlijf van de Platbuik korter dan bij oeverlibel soorten. De volwassen Platbuik-man heeft een achterlijf waarvan segment 1 en 2 bruin zijn, en alle overige segmenten zijn blauw. Aan de zijkant van segment 3-7 zitten gele vlekjes die soms ook weer verdwijnen; hij heeft bruine ogen en een donkerbruine, bijna zwarte basisvlekken op de vleugels.
    Oeverlibellen hebben geen basisvlekken in de vleugels, en geen gele vlekjes aan de zijkant van de segmenten.
    De beekoeverlibel, de Zuidelijke oeverlibel (Orthetrum brunneum) en de Witpuntoeverlibel (Orthetrum albistylum) mannetjes hebben blauwe ogen. De Zuidelijke komt alleen voor in en ten zuiden van Zuid-Limburg en de Witpunt komt nog niet voor in de Benelux.
  • Gewone oeverlibel (Orthetrum cancellatum)
    Volwassen mannetjes van de Gewone oeverlibel hebben een donkerbruin borststuk en een blauw berijpt achterlijf met een variabel stuk zwart aan het eind. Segmenten 8-10 zijn altijd zwart, 7 en zelfs 6 soms ook. De Gewone oeverlibel heeft zwarte pterostigma.
    De Beekoeverlibel mannetjes hebben meer een bruin borststuk met grijze schouderstrepen, meer blauw berijpte segmenten op het achterlijf, en een geelbruin pterostigma.
 
  Foto's, zie:   http://www.ulstermuseum.org.uk/dragonflyireland
http://perso.wanadoo.fr/ramieres
 

werthof.home.xs4all.nl/libellen.html::
libellen::libellen=>korenbouten