bladvouw bladrol - plantengallen en galtypen

laatst bewerkt (y.m.d): 2011.01.17

Plantengallen, Galtype: bladvouwers en bladrollers

Galtype 'bladvouw-bladrol' betreft twee typen van gallen die veel qua vorm met elkaar gemeen hebben.

Van Bladvouw spreek je als een blad evenwijdig aan de hoofdnerf naar boven of naar onderen is geklapt.

Van Bladrol spreek je als het gehele blad of een gedeelte van het blad evenwijdig aan de hoofdnerf naar boven of naar onderen is omgekruld.

Let op: evenwijdig aan de hoofdnerf.

Voorbeelden van niet-evenwijdige bladrol of bladvouw: geen gal!

Berkensigarenmaker (Bytiscus betulae) is een Bladrolkever op o.a. berk en els.
Het vrouwtje maakt een bladwikkel van een heel blad. Ze knaagt de hoofdnerf door. Ze rolt het hele blad op om 5 eitjes in te leggen.

De larve eet van het blad, maar er ontstaat geen galweefsel.

Eikenbladrolkever (Attelabus nitens) is een Bladrolkever op berk en eik.
Het vrouwtje maakt in beide zijranden van het blad loodrechte sneden tot aan de middennerf, en rolt dan beide helften op tot een compact huisje, om 1 eitje in te leggen.
De larve eet van het blad, maar er ontstaat geen galweefsel.

Dat vouwen en/of rollen kan symmetrisch (aan beide kanten van de hoofdnerf) of asymmetrisch (aan een kant).

Als een blad naar boven is vervormd, dan zie je (een stuk van) de onderkant. Als het naar onder is vervormd dan zie je (een stuk van) de bovenkant. Dat lijkt een open deur maar is het niet. De onderkant heeft vaak een andere kleur, structuur of beharing dan de bovenkant heeft.

Om nog van een gal te kunnen spreken, moet de bladvouw of bladrol galweefselvorming hebben, en moet het dier of de schimmel in de gal leven van dat galweefsel. Niet iedere bladvouw of bladrol is dus zondermeer een gal.

Gal voorbeelden: