Azuurwaterjuffer Waterjuffers [Coenagrionidae] Coenagrion puella

 
Vrouw (l), Man (r)
  Azuurwaterjuffers leerde ik kennen in Park Spoorzicht in Diemen. Nadat de spoorsloot was uitgebaggerd, trof ik er allerlei soorten juffers aan, zoals watersnuffel, azuurjuffer en variabele juffer. In de jaren daarna verlandde de sloot weer, en verdwenen de juffers.
In de duinen van het AWD liggen rellen, stromende watertjes. Langs zo'n duinrel leerde ik de azuurtjes beter herkennen.

Ik was niet verbaasd, wel achterdochtig, om in 2002 ook Azuurwaterjuffers aan te treffen in het Laegieskamp, en heb de foto's na afloop veel en vaak bestudeerd. In veengebieden komen variëteiten voor van de Variabele waterjuffer die sterk lijken op Azuurwaterjuffers.
 
  Zie:   Vliegtijden tabel
 
 
  Foto's:   Gemaakt in het Laegieskamp in 2002.
Foto pagina.
 
 
  map karnemelksloot midden karnemelksloot noordwest karnemelksloot noordoost blauw grasland tennisbanen verlengde fortlaan zwembadvallei wei1 wei2 wei3 wei4 zwembadbos west zwembadbos oost eco-sloot fort pannekoek   Naam:
Mannetjes azuurwaterjuffer zijn meestal azuurblauw van kleur.

Verspreiding:
Tuinvijversoort. Komt algemeen voor in Nederland in de pleistocene zandgebieden en in de duinen, en vooral bij stilstaand tot zwakstromend water. Volgens verspreidingskaartjes (1950-1997) is de soort bezig met een opmars via Gooi en Vechtstreek naar Amsterdam.

Vliegtijd:
Van 26 april tot 26 september (top: juni).

Biotoop:
Diverse soorten stilstaande tot zwakstromende wateren, minder in laagveen en zure vennen.

Gedrag:
Mannetjes en paringswielen zijn in de oeverbegroeiing te vinden. Azuurwaterjuffers overnachten hangend aan staande plantenstengels die zo small zijn als hun lichaam, zodat hun ogen nog net aan beide kanten uitsteken. Mannetjes zijn niet territoriaal, al doen ze wel schijnuitvallen naar medemannetjes.
 
  Paring:   In de oeverbegroeiing bij warm weer, duur: 15 minuten. Paring gaat het hele seizoen door van half mei tot half september. (top: mei-juni). Mannetjes overvallen zittende vrouwtjes, en dwingen hen tot copulatie.  
  Ei-afzet:   In tandem. Het mannetjes staat daarbij verticaal in de lucht. Op plekken waar ook andere tandems zijn (groepsvorming). En alleen bij zonnig weer. Ei-afzet vindt plaats op drijvende en ondergedoken waterplanten.  
  Ontwikkeling:   De eieren komen na 2-5 weken uit. Jonge larven leven tussen de planten. Oudere larven leven op de grond tussen de oeverplanten. Het larfstadium duurt 1-2 jaar, gerekend vanaf de ei-afzet.  
  Uitsluiping:   Larven sluipen uit op drijvende planten en oeverplanten.
Vee langs de waterkant beperkt het aantal geschikte uitsluipplaatsen, door knakken en vraat. Vrouwtjes sluipen twee dagen eerder uit dan mannetjes. Het imago heeft dan nog 3-6 weken op te leven voor het sterft.
 
  Mobiliteit:   Mannetjes azuurwaterjuffer blijven meestal in de buurt van het uitsluipwater. Het zijn geen zwervers, geen trekkers.  
  Begeleiders:   *Watersnuffel, *Vuurjuffer, *Grote keizerlibel en *Viervlek op de hogere zandgronden.
[Een * staat bij de aangetroffen soorten in 't Laegieskamp.]
 
 
Verwisselbaarheid:
 
  • Watersnuffel (Enallagma cyathigerum)
    Beide hebben een ranke tekening op segment twee, de Watersnuffel heeft daar meestal een paddestoeltje (schoppen-aas), terwijl de Azuurwaterjuffer daar meestal een U-tekentje heeft. Tweede verschil is de schoudernaadstreep. Bij de Azuurwaterjuffer loopt deze verder door dan bij de Watersnuffel.
    Aan gedragsverschillen kun je ook iets zien: de rechte vlucht van de Watersnuffel tegenover de zwierige vlucht van de Azuurwaterjuffer, bijvoorbeeld.
     
  • Variabele waterjuffer (Coenagrion pulchellum)
    Variabele waterjuffer mannetjes en vrouwtjes hebben elk drie patroonvarianten op het tweede segment, en verschillende kleurpatronen op het achterlijf. Het is prettig dat zo'n 80% van de variabele waterjuffers op de schouder uitroeptekens heeft staan. Dat maakt het een stuk eenvoudiger.
    Lastig is de determinatie in laagveengebieden, omdat daar een kleurvorm van het mannetje van de 'Variabele' voorkomt die veel lijkt op het mannetje 'Azuur': Coenagrion pulchellum var. puellaeformis, ook met een u-teken op segment twee, maar met een gereduceerde schouderstreep en een drielobbig halsschild. Vooral dat halsschild is lastig te zien. Nog lastiger is dat bij het vrouwtje (de zwarte kleurvorm) van de Variabele waterjuffer, (Coenagrion pulchellum var. nigrescens); deze lijkt zoveel op een vrouwtje 'Azuur' dat alleen het halsschild kenmerkend is voor het onderscheid tussen de soorten. Kans op verwisseling treedt niet op tussen vrouwtjes 'Variabele' en mannetjes 'Azuur'.
 

  Meer foto's:
http://www.ulstermuseum.org.uk/dragonflyireland
http://perso.wanadoo.fr/ramieres
 

http://werthof.home.xs4all.nl/libellen.html::
libellen::juffers=>azuurwaterjuffer