laatst bewerkt (y.m.d): 2011.01.17 |
Plantengallen, Galtype: Heksenbezem |
'Heksenbezems' zijn gallen op knoppen en takken waaruit allerlei kort spruitende en dicht op elkaar staande of hangende takken ontstaan. De afstanden tussen bladeren, knopen, of takken (internodiën) zijn dan veel kleiner dan normaal. Soms doet het gevolg ervan denken aan bloemkoolvorming of aan een roosje, soms helemaal niet. Meestal ontstaan deze gallen vanuit één punt, soms zoals bij Ruwe berk (Betula pendula ) en Zachte berk (Betula pubescens) ook vanaf een dikkere tak die overmatig kortloten aanmaakt. Eigenlijk geeft de typering 'heksenbezem' niet duidelijk aan, wat precies de galvorm is, en waar die gal te vinden is. Het geeft vooral een groeistoornis aan, als totaalbeeld van het gevolg van de galvorming. Er zijn allerlei organismen die heksenbezems kunnen veroorzaken, bijvoorbeeld mijten en schimmels. Er zijn ook tal van diertjes die gebruik maken van een al bestaande heksenbezem, om in te wonen, in te schuilen of van mee te eten. Dat maakt het dubbel lastig om oorzaak en gevolg uit elkaar te houden. De schimmels uit de Heksenbezemorde (Taphrinales) veroorzaken niet uitsluitend op heksenbezems lijkende plantengallen, maar ook andere vormen. Enkele voorbeelden van het heksenbezem-type: |
Berkenheksenbezem Taphrina betula |
Populierenroest(?) Melampsora spec. |
Wilgenbezemmijt Stenacis triradiatus. |
Struikheidemijt Aceria exigua |
Brembolletjesmijt Aceria genistae |
Vorige scherm |