Vers |
Afweging |
Kenmerken |
Naam |
Ga naar |
1a |
VR bolletje heeft drie of meer openingen of nog gesloten ringetjes |
VR bolletje krijgt bij rijping meerdere ronde openingen, en staat op een breed geribd of samengesteld steeltje.
Heeft een en niet meer dan een lidteken,
zonder vastgegroeide grond. |
Peperbus (Myriostoma coliforme [With.: Pers.] Corda) |
|
1b |
VR. een enkele opening, met een mondzone |
VR bolletje krijgt bij rijping maar een enkele opening. |
|
2 |
2a |
VR. bolletje zonder mondzone en dan vezelig, of glad met scheuren |
VR. bolletje is jong wollig-vezelig, mondzone ontbreekt. Bolletje scheurt bij rijping met een of meer scheuren open.
Zonder columella (zonder steeltje),
zonder lidteken,
zonder vastgegroeide grond. |
Weerhuisje (Astraeus hygrometricus [Pers.] Morgan) |
|
2b |
Er is een mondzone (in wording) |
|
|
3 |
3a |
VR. slippenkrans met lidteken |
VR heeft of krijgt een enkele mondzone |
|
4 |
3b |
VR. slippenkrans zonder lidteken |
VR heeft of krijgt een enkele mondzone |
|
8 |
|
|
|
|
|
4a |
VR. onderkant slippenkrans met (grauwwit) viltige laag |
VR. slippenkrans met lidteken,
zonder vastgegroeide grond, |
Viltige aardster (Geastrum saccatum Fr.) |
|
4b |
VR. slippenkrans onderkant geen viltige laag (al dan niet met grauwwit-achtige kleur) |
VR. slippenkrans met lidteken |
|
5 |
5a |
Bolletje met steeltje |
VR. slippenkrans met lidteken,
zonder vastgegroeide grond,
niet-hygroscopisch,
convex tot fornicaat,
korte brede steel,
met apofyse (afgeronde uitzakking)
|
Tuinaardster (Geastrum smardae Stanek) |
|
5b |
VR. Bolletje zonder steeltje. |
VR. slippenkrans met lidteken. |
|
6 |
6a |
Sterk hygroscopische slippenkrans |
VR. slippenkrans met (rond) lidteken,
zonder vastgegroeide grond,
zonder steel,
zonder apofyse,
tepelvormig gewimperd,
saccaat tot laag convex. |
Tepelaardster (Geastrum corollinum [Batsch] Hollós ) |
|
6b |
Niet hygroscopische slippenkrans |
VR. slippenkrans met lidteken,
zonder steel. |
|
7 |
7a |
Opvallend slanke slippen, in onregelmatig lange punten uitlopend, 5-10 slippen, vaak saccaat, doorsnee slippenkrans 3-6 cm |
VR. slippenkrans niet-hygroscopisch,
met lidteken,
zonder vastgegroeide grond,
zonder steel
gewimperd,
hoog-kegelvormig,
meestal met hof en ringvoor. |
Slanke aardster (Geastrum lageniforme Vittad.) |
|
7b |
VR. Opvallend lompe, korte dikke slippen, 4-8 slippen, zelden saccaat, doorsnee slippenkrans 3-15 cm |
VR. slippenkrans niet-hygroscopisch,
met lidteken,
zonder vastgegroeide grond,
zonder steel,
gewimperd,
soms met hof,
soms met zwakke ringvoor. |
Gekraagde aardster (Geastrum triplex Jungh.) |
|
|
|
|
|
|
8a (3b) |
Bij beschadiging rood verkleurend |
VR. zonder lidteken. |
Roze aardster (Geastrum rufescens Pers.: Pers.) |
|
8b (11b) |
Bij beschadiging niet rood verkleurend |
VR. zonder lidteken. |
|
9 |
9a |
VR. slippen sterk hygroscopisch |
VR. zonder lidteken. VR. met vastgegroeide grond |
Bloemaardster (Geastrum floriforme Vittad.) |
|
9b |
VR. slippen helemaal niet of subhygroscopisch |
VR. zonder lidteken. |
|
10 |
10a |
VR. slippen helemaal niet-hygroscopisch |
VR. zonder lidteken. |
|
13 |
10b |
VR. slippen subhygroscopisch |
VR. zonder lidteken |
|
11 |
11a |
VR. met steel |
VR. zonder lidteken, subhygroscopisch |
|
12 |
11b |
VR. zonder steel |
VR. zonder lidteken, subhygroscopisch |
komt niet voor |
|
12a (11a) |
VR. mondzone geplooid-gevoord |
VR. met steel,
zonder lidteken,
met vastgegroeide grond,
subhygroscopisch |
Ruwe aardster (Geastrum campestre Morgan) |
|
12b (11a) |
VR. mondzone gewimperd |
VR. met steel,
zonder lidteken,
met vastgegroeide grond,
subhygroscopisch |
Krulaardster (Geastrum pseudolimbatum Hollós) |
|
|
|
|
|
|
13a (10a) |
VR. met steel
(en met al dan niet
vastgegroeide aarde) |
VR. zonder lidteken,
helemaal niet-hygroscopisch |
|
15 |
13b (10b) |
VR. zonder steel en
met vastgegroeide grond |
VR. zonder lidteken,
helemaal niet-hygroscopisch |
|
14 |
14a (13b) |
VR. niet-begrensde geplooide mondzone, |
VR. zonder steel,
zonder lidteken,
met vastgegroeide grond,
helemaal niet-hygroscopisch,
bolletje jong licht grijs,
bedekt met fijne kristallen, melig,
bolletje oud glad en bruin |
Bruine aardster (Geastrum elegans Vittad.) |
|
14b (13b) |
VR. mondzone gewimperd |
VR. zonder steel,
zonder lidteken,
met vastgegroeide grond,
helemaal niet-hygroscopisch |
Gewimperde aardster (Geastrum fimbriatum Fr.) |
|
|
|
|
|
|
15a (13a) |
VR. bolletje met gewimperde mondzone |
VR met steel en apofyse,
zonder lidteken,
helemaal niet-hygroscopisch |
|
16 |
15b (13a) |
VR. bolletje met geplooide mondzone en slippenkrans met vastgegroeide grond |
VR. met steel en apofyse,
zonder lidteken,
met vastgegroeide grond,
helemaal niet-hygroscopisch |
|
20 |
|
|
|
|
|
16a |
VR. zwamvloklaag zonder vastgegroeide grond |
VR. met steel en apofyse,
zonder lidteken,
zonder vastgegroeide grond,
helemaal niet-hygroscopisch,
bolletje met gewimperde mondzone |
Tuinaardster (Geastrum smardae Stanek) |
|
16b |
VR. zwamvloklaag met vastgegroeide grond |
VR. met steel en apofyse,
zonder lidteken,
met vastgegroeide grond,
helemaal niet-hygroscopisch,
bolletje met gewimperde mondzone |
|
17 |
17a |
VR. steel kort en breed |
VR. met steel en apofyse,
zonder lidteken,
met vastgegroeide grond,
helemaal niet-hygroscopisch,
bolletje met gewimperde mondzone |
|
18 |
17b |
VR. steel kort maar niet breed |
VR. met steel en apofyse,
zonder lidteken,
met vastgegroeide grond,
helemaal niet-hygroscopisch,
bolletje met gewimperde mondzone |
Kleine aardster (Geastrum minimum Schwein.) |
|
18a |
VR. met korte brede steel met vergankelijke vlezige cylinder om de steel |
VR. met steel en apofyse,
zonder lidteken,
met vastgegroeide grond,
helemaal niet-hygroscopisch,
bolletje met gewimperde mondzone |
Grote vierslippige aardster (Geastrum fornicatum [Huds.] Hook.) |
|
18b |
VR met korte brede steel maar zonder vergankelijke vlezige cylinder |
VR. met steel en apofyse,
zonder lidteken,
met vastgegroeide grond,
helemaal niet-hygroscopisch,
bolletje met gewimperde mondzone
|
|
19 |
19a |
VR. met duidelijke ringvoor |
VR. met steel en apofyse,
apofyse afgeronde uitzakking,
zonder lidteken,
met vastgegroeide grond,
helemaal niet-hygroscopisch,
bolletje met gewimperde mondzone,
met duidelijke ringvoor,
jong bolletje lichtgrijs,
ouder bolletje licht-donker grijsbruin of bleekbruin,
bolletje 5-15 mm,
korte brede steel,
steel zonder vergankelijke vlezige cylinder,
steelkleur lichter dan van het bolletje,
slippen 4 stuks (zelden 3-6),
eerst saccaat
later fornicaat
|
Vierslippige aardster (Geastrum quadrifidum Pers.:Pers.) |
|
19b |
VR. Ringvoor afwezig of zeer vaag |
VR. met steel en apofyse,
apofyse is een afgeronde uitzakking,
zonder lidteken,
met vastgegroeide grond,
helemaal niet-hygroscopisch,
met korte brede steel,
steel zonder vergankelijke vlezige cylinder
jong bolletje lichtgrijs of bruinachtig (melig)
ouder bolletje donkergrijs-zwart (glad),
steelkleur als van het bolletje
|
Forse aardster (Geastrum coronatum Pers.) |
|
|
|
|
|
|
20a (15b) |
VR. apofyse is een afgeronde uitzakking |
|
|
21 |
20b (15b) |
VR. apofyse is anders gevormd |
|
|
22 |
21a (20a) |
VR. bolletje met glad oppervlak |
VR. met steel en apofyse,
apofyse is een afgeronde uitzakking,
zonder lidteken,
met vastgegroeide grond,
helemaal niet-hygroscopisch,
mondzone geplooid-gevoord,
met scherpe ringvoor,
jong bolletje is melig
ouder bolletje is glad,
bolletje heeft vaak een grijs tot bruine kleur
bolletje is 6-13 mm,
slippenkrans is 18-40 mm doorsnee,
steel heeft een vergankelijke vlezige cylinder
(die op leeftijd tot een bruin ringetje verdroogt en afzakt).
|
Heideaardster (Geastrum schmidelii Vittad.) |
|
21b (20a) |
VR. bolletje met ruw oppervlak |
VR. met steel en apofyse,
apofyse is een afgeronde uitzakking
zonder lidteken,
met vastgegroeide grond,
helemaal niet-hygroscopisch,
mondzone geplooid-gevoord,
vaak met scherp afgezette ringvoor,
steel zonder vergankelijke vlezige cylinder.
|
Grote ruwe aardster (Geastrum berkeleyi Massee) |
|
22a (20b) |
VR. apofyse trechtervormig, radiair geplooid |
VR. bolletje gesteeld en met apofyse,
zonder lidteken,
met vastgegroeide grond,
helemaal niet-hygroscopisch,
mondzone geplooid-gevoord,
soms met ringvoor,
jong bolletje is dik melig, met kleine kristallen
ouder bolletje is glad,
bolletje 9-20 mm doorsnee,
slippenkrans 25-110 mm doorsnee,
steel heeft een vergankelijke vlezige cylinder
(die op leeftijd tot een bruin ringetje verdroogt en afzakt).
|
Grote aardster (Geastrum pectinatum Pers.) |
|
22b (20b) |
VR. apofyse met scherp kraagvormige plooi |
VR. bolletje gesteeld en met apofyse,
zonder lidteken,
met vastgegroeide grond,
helemaal niet-hygroscopisch,
mondzone geplooid-gevoord,
soms met duidelijke ringvoor,
jong bolletje lichtbruin met een melige laag en met fijne kristallen,
ouder bolletje donkerder met daarop vaak een iets lichtere fijnmeligelaag,
steel heeft een vergankelijke vlezige cylinder
(die op leeftijd tot een bruin ringetje verdroogt en afzakt)
|
Baretaardster (Geastrum striatum DC.) |
|