laatst bewerkt (y.m.d): 2006.05.11 |
Iteomyia-galsoorten |
Galsoorten van het geslacht Iteomyia
worden veroorzaakt door
Galmuggen.
Er komen in Nedeland twee soorten voor, beide op wilg: de Kleine en de Grote wilgwratmug.
Andere galmug geslachten op deze site zijn bij voorbeeld: |
Gal maker: | Iteomyia capreae [Winnertz, 1853] | |||
Op/On: | Salix aurita L., Salix cinerea L., Salix caprea L. |
Kleine wilgwratgalmug Waardplant: Boswilg, Geoorde wilg, Grauwe wilgPlek: blad, Type: pukkeltje, Verwekker: galmug, Foto's: Savelsbos(NL), boswilg, datum: 13 juni 2009 Foto's: Binn (CH), geoorde wilg, datum: 2 juli 2005 |
Opmerking vooraf:
Het meest kenmerkende aan gallen van de Kleine en ook de Grote wilgwratgalmug, is de onderkant. Aan de onderkant van het blad steekt een wilgwratgal altijd uit. Daaraan herken ik deze gallen. Aan de onderkant zijn vrij smalle, puntige, harde verhogingen te vinden van hooguit 1-2 mm hoog, met daarin een kleine, ronde opening die toegang geeft tot de galkamer. Dat wil zeggen, voor volgroeide gallen, vanaf september. Daarom vind ik de foto's van Floris Grotenhuis zo geslaagd, zie Kleine wilgwratgalmug en Grote wilgwratgalmug Jonge gallen, in juni, kennen dat verschijnsel niet. Die hebben aan de bovenkant een soort blaasje, en aan de onderkant een ronde voor, met een verzinking in het midden. Beschrijving Kleine wilgwratgal: Bladbovenkant, jong: platte, ronde blaasje, vaak vlak bij elkaar, 1,5-2 mm groot, groenachtig geel tot geelbruin Bladonderkant, jong: ronde voor met in het midden een putje, 1,5-2 mm doorsnee, kleur en haren van het blad (grijsgroenig, vaak al iets geliger), met een grijsgroenig tot paarsbruin kaal midden. De gal is vrij zacht. Dat putje in het midden gaat in de groei over naar een puntje dat uitsteekt boven de voor. De verdieping in de voor klapt als het ware naar buiten, als de larve groeit en meer ruimte nodig heeft. Bladbovenkant, oud: platte, ronde blaasje, vaak vlak bij elkaar, 1,5-2 mm groot, geelbruin tot rood-paars-bruin midden. Bladonderkant, oud: ronde voor met in het midden nerfkleurig (een geel tot geelbruin) kaal uitstekend puntje, soms met een relatief groot gat dat toegang geeft tot de galkamer. De gal is hard, en onregelmatig gevormd. De gallen kunnen met elkaar vergroeien en in elkaar overlopen. De maat is dan vaak afwijkend: 3-9 mm lang en 3-6 mm dik. Er ontstaat dan een meerkamerige galstructuur. Larven zijn eerst wit, worden dan oranje en later rood. In Park Spoorzicht is deze gal regelmatig (1999-2003) in kleine aantallen
aangetroffen op wilgen bij de graffelbaan van de voormalige honkbalclub de 'Giants'.
|
Gal maker: | Iteomyia major [Kieffer, 1889] | |||
Op/On: | Salix aurita L., Salix cinerea L., Salix caprea L. |
Grote wilgwratgalmug Waard:Grauwe wilg, Geoorde wilg, en zeldzaam Boswilg Plek: blad, Type: boonvormig, Verwekker: galmug, Foto's: Muiderberg, Datum: 15 aug 2004 |
Opmerking vooraf:
Het meest kenmerkende aan gallen van de Kleine en ook de Grote wilgwratgalmug, is de onderkant. Aan de onderkant van het blad steekt een wilgwratgal altijd uit. Daaraan herken ik deze gallen. Aan de onderkant zijn harde, forse, verhogingen te vinden, met daarin een kleine, ronde opening die toegang geeft tot de galkamer. Dat wil zeggen, voor volgroeide gallen, vanaf september. Daarom vind ik de foto's van Floris Grotenhuis zo geslaagd, zie Grote wilgwratgalmug Jonge gallen, in juni, kennen dat verschijnsel niet. Die hebben aan de bovenkant een stevige blaas, en aan de onderkant een stevige blaas: meer boonvormig dus, denk aan een tuinboon, voor het formaat. Beschrijving Grote wilgwratgalmug: Gal heeft een tuinboonvorm, steekt aan beide zijden van het blad uit, 3-9 mm lang, 3-6 mm dik. Gal bovenkant: Galoppervlak is glad, wat gelig van kleur, maar bovenop vaak rood aangelopen. De gal oogt vaak alsof er een dikke worm in zit. Dat komt dan omdat er meerdere gallen aan elkaar vergroeid zijn tot een galplakkaat. Vaak zitten er 2-10 gallen bij elkaar in zo'n structuur. In iedere gal zit een enkele, rode larve. Hoofd- en zijnerven zijn vaak in de gal opgenomen, en dus plaatselijk opgezwollen. De onderkant van de gal is jong vaak kaal, groenig, neigend naar nerfgeel, en glad. Oudere gallen krijgen een kale, nerfkleurige, rommelig opgezwollen punt. Daarin is rond september vaak een stevig uitsluipgat te zien, meestal bijna op het hoogste punt. Verwisseling is denkbaar met een jonge Grauwe wilgblaasbladwesp Dat kan echter niet als je de determinatietabellen volgt. In Park Spoorzicht is deze gal regelmatig (1999-2003) in kleine aantallen aangetroffen op wilgen bij de graffelbaan van de voormalige honkbalclub de 'Giants'. |
Salix alba | Schietwilg | White willow | Weiss-Weide | Saule blanc |
Salix aurita | Geoorde wilg | Auricled Willow | Ohr-Weide | Saule à oreillettes |
Salix caprea | Boswilg | Goat Willow | Sal-Weide | Saule marsault |
Salix cinerea | Grauwe wilg | Grey-Willow | Asch-Weide | Saule cendré |
Salix elaeagnos | Grijze wilg | Hoary Willow | Lavendel-Weide | Saule drapé |
Salix fragilis | Kraakwilg | Crack Willow | Bruch-Weide | Saule fragile |
Salix purpurea | Bittere wilg | Purple Osier | Purpur-Weide | Saule pourpre |
Salix triandra | Amandelwilg | Almond-leaved Willow | Mandel-Weide | Saile à trois étamines |
Salix viminalis | Katwilg | Basket Willow | Hanf-Weide | Saule viminal |
Voor een wilgendeterminatietabel, zie PEN-eiland of Diemer Vijfhoek |
Vorige scherm |