Koeienmeent wei 2 (km hok: 138x476)
    In de sloten rondom de wei groeit kikkerbeet, waterbies, moeras-vergeet-mij-nietje.

Voor vuurjuffers zijn dat de planten om eitjes op af te zetten. Maar die lieten zich hier niet zien.

Watermunt en kroos komt er ook in voor. Erg geschikt voor variabele waterjuffers om hun eitjes in af te zetten. Er waren wel wat variabele waterjuffers te vinden, maar niet veel.

Watersnuffels waren er meer te vinden, vooral bij het slootje aan de noordkant; zij zetten hun eitjes af onder water op waterplanten en boomstronken onder de waterspiegel.

Azuurwaterjuffers lieten zich aan de noordzijde in grote aantallen bewonderen. Zij zetten hun eitjes af op drijvende en ondergedoken waterplanten.

Lantaarntjes waren weken achter elkaar toonaangevend in de meerderheid bij de sloot aan de west- en zuidzijde; zij zetten hun eitjes af op drijvende waterplanten en zijn minder kritisch in de keuze.
 
  Er vloog ook een vijftal dames vroege glazenmakers bij de sloot aan west- en zuidzijde. Ze hingen uit te rusten in de opgaande wilgen langs de Karnemelksloot en waren op jacht boven de wei.
In augustus patrouilleerde er langs de sloot een steenrode heidelibel en zat er bij de afvalberg (afgeplagde grond) een bruinrode heidelibel mannetje in jeugdtooi te fourageren.

Maar deze wei is toch vooral een vlinderparadijsje. Er zijn veel soorten bloeiende planten.
 

 

Heidelibel

Glazenmaker

Landkaartje

  Deze wei is vooral vlindergebied. Vlinders vinden hier geschikte nectarplanten. Sommige bloemen zijn onbruikbaar voor veel dagvlindersoorten: op rolklaver vliegen zwartsprietdikkopje en icarusblauwtje, op walstro komen alleen nachtvlinders.
Bramen, en in mindere mate, kattenstaart, watermunt en moerasandoorn doen het goed als nectarplant bij klein koolwitje, klein geaderde witje, distelvlinder, landkaartje, kleine vos, en bruin zandoogje. Deze wei heeft veel meer, en veel langer in het jaar, bloemen te bieden dan de weiden erom heen.

Er is een kleinere bedreiging en een iets grotere. Het terrein lijkt te verbramen. Maar dwars door de braambosjes heen groeit de alles overwoekerende siberische bereklauw. Zijn bramenstruiken al lastig te verwijderen, bij deze bereklauw is er maar een goed middel om de plaag te keren: het met de schop splijten van de kop van elke bereklauwwortel. Nu kiest beheer voor de iets minder rigoreuze maatregel van uitputting: de plant laten groeien, en vlak voor de bloei afknippen of afzeisen. Eigenlijk zou er een vrijwilligersploeg op gezet moeten worden die elk opkomend kiemplantje molt. Want waar deze siberische bereklauw staat, groeit en bloeit niets anders meer.
Siberische bereklauw vormt een ramp voor deze plek waar veel soorten vlinders uit de wijde omgeving op zijn aangewezen als nectarbron bij uitstek in de maanden juli en augustus.
Voor de kleine vos, de dikkopjes en het bruin zandoogje is er in die maanden een uitwijk. Bij fort Pannekoek bloeien dan de vele sintjanskruiskruiden en dat ene akkerdistelveld. Daar is het rond de maand augustus dan ook ontzettend druk.
 


Walstro

Moerasandoorn

(Moeras-)rolklaver

Beschaduwde bosrand:

territorium bont zandoogje


Watermunt

Moeras vergeet-mij-nietje

Kattestaart


Inheemse vogelkers

Siberische bereklauw
 

Waternavel en moeraswalstro

Dagactieve nachtvlinder: Gammauiltje

libellen::habitat =>Koeienmeent:wei-2