Foto: 6 oktober 2011, Natuurbrug Zanderij Crailo |
Roze stinkzwam
(Mutinus ravenelii)
NMV Ga 219020
|
De Roze stinkzwam kenmerkt zich door een rozerode
tot karmijnrode top en een vaak roze gekleurde steel.
De geur ervan lijkt meer op kattepoep.
Vemeulen noemt deze typerende karmijnrode kleur framboosrood.
De Roze stinkzwam is vrij zeldzaam in Nederland,
en groeit op grof strooisel en een humusrijke bodem,
in parken, tuinen, veenmosrietlanden en hooilanden.
Deze soort komt ook voor op houtsnippers en stro.
Van juni tot november (piek: september en eind oktober).
In Park Spoorzicht in Diemen heb ik deze soort nog nooit gezien.
Grof strooisel is wellicht niet de belangrijkste voorwaarde.
Henk van Halm, in Champignons in de Jordaan (1999, p. 165), schrijft dat
het zand onder het strooisel kennelijk van belang is. Hij heeft het bij alle vindplaatsen
in de groot-regio Amsterdam over in 1967 opgespoten zand.
Niet onbelangrijk dat detail, want in 1967 kwam zand in het westen van de stad
met name uit IJmuiden, en in zuid-oost uit de Gaasperplas
en uit de vaargeul in het Gooimeer.
Drie soorten zand: kalkrijk, en iets minder kalkrijk, en nog iets minder kalkrijk.
Kalk heeft een bufferende werking op verzuring door zure regen.
Het kan zijn dat Roze stinkzwam kalkminnend is, maar waarschijnlijker houdt
deze soort niet van zure grond. En de meeste soorten houtsnippers
hebben juist een verzurende werking op de bodem.
|
Foto: 9 oktober 2011, Natuurbrug Zanderij Crailo |
Stinkzwammen zijn Buikzwammen, maar met een heel ander uiterlijk dan aardsterren, bovisten of stuifzwammen.
Deze soorten kunnen zich op twee manieren verspreiden: door sporen en door zwamdraden in de strooisellaag.
Stinkzwammen beginnen met een eivorm. Door de groei breekt het ei open,
en ontstaat een steel, met aan de top een kleverige massa met sporen.
De sporenmassa op de top is olijfgroen of grauwbruin van kleur, en verspreidt een sterke aasgeur. Op die aasgeur komen vliegen af.
Die vliegen zorgen voor de verspreiding van de sporen.
In Nederland komen drie geslachten voor van stinkzwammen, twee daarvan met een lullige vorm:
het Phallus-geslacht kenmerkt zich door een geribde top,
en het geslacht Mutinus kenmerkt zich op die plek door een sponsachtige structuur, gelijk aan die van de steel.
Van het Mutinus-geslacht komen drie soorten voor in Nederland:
de Kleine stinkzwam (Mutinus caninus),
de Spitse stinkzwam (Mutinus elegans), en de Roze stinkzwam (Mutinus ravenellii). |
Foto: 6 okt. 2011 Natuurbrug Zanderij Crailoo Hilversum |
|
Bronnen:
Ewald Gerhardt, De grote Paddenstoelengids(voor onderweg), Tirion natuur, 2006, p. 618-621.
Hans Vermeulen, Paddestoelen, Schimmels en Slijmzwammen van Vlaanderen (determinatiesleutels aan de hand van kenmerken), De Wielewaal, Turnhout, 1999, p. 535
Rob Chrispijn e.a., Champignons in de Jordaan (De paddenstoelen van Amsterdam), Schuyt en Co, 1999, p.164-165.
|
Top
|