Taxonomie (stamboom):
Lycoperdon Stuifzwammen zijn van de familie Stuifzwamachtigen ( Lycoperdaceae), uit de Stuifzwam Orde (Lycoperdales). Het zijn Buikzwammen (Gasteromyceten), en Steeltjeszwammen (Basidiomyceten).

Soorten uit het geslacht Lycoperdon hebben met elkaar gemeen:

  • peervormige gestalte
  • opperhuid wordt bruin bij rijping
  • top opening ontstaat als sporen rijp zijn
  • meerkamerig subgleba (steriel sponzig weefsel) in de steelvoet
  • geleidelijke overgang gleba-subgleba, dus geen scheidingsvlies tussen die twee
  • saprofyt, bodembewoner

Terminologie:
gleba= fertiel weefsel: hier worden de sporen gevormd
subgleba=steriel weefsel, hierin worden geen sporen gevormd
meerkamerig=holtes in het steriele weefsel
scheidingsvlies=alleen aanwezig bij Afgeplatte stuifzwam (Vascella-geslacht)

Hulpmiddelen:
Bij onderzoek op veldkenmerken is een grote huishoudschaar, een loep, een mes, en een handige uitgraafvinger nodig.

Daarnaast is het prakisch om mee te nemen:

Een en ander maakt ook het fotograferen een stuk simpeler.


Bronnen:
Hansen L. & H. Knudsen (1997), Nordic Macromycetes, Vol. 3, Heterobasidioid, aphyllophoroid and gasteromycetoid basidiomycetes, Kopenhagen, 1997, 444 pp.
Vermeulen, H. (1999), Paddestoelen, Schimmels en Slijmzwammen van Vlaanderen (determinatiesleutels aan de hand van veldkenmerken), De Wielewaal, Turnhout, 1999, 648 pp.
Gerhardt, E. (1999, 2006), De Grote paddenstoelen Gids (voor onderweg), 4e druk, Tirion, Baarn, 2006
Rob Chrispijn ed. (1999),Champignons in de Jordaan (De paddestoelen van Amsterdam), Schuyt en Co, Haarlem, 1999





Top