Laatste update: 13 juli 2025
Natuurpark
Spoorzicht
Diemen

kilometerhok:  kilometerhok [126,484] bevat:
Excursie agenda 2025

 
Andere pagina's, zie:
Spoorzicht 2013-2014
Spoorzicht 2015
Spoorzicht 2016
Spoorzicht 2017
Spoorzicht 2018
Spoorzicht 2019
Spoorzicht 2020
Spoorzicht 2021
Spoorzicht 2022
Spoorzicht 2023
Spoorzicht 2024

Spoorzicht 2025 (deze pagina)
 

Natuurpark Spoorzicht ligt in het centrum van Diemen, ingeklemd tussen spoorwegen en autoweg A1, Het gebied maakt deel uit van de Diemer Scheg. Dat is een trekroute van wilde dieren tussen de Diem en de Watergraafsmeer.
Dieren gebruiken het park in die trekroute om uit te rusten, te eten, te schuilen, en jonkies te krijgen.

  De website Natuurpark Spoorzicht en het Diemer Platform Spoorzicht Groen (de Werkgroep Spoorzicht) bestaat op 30 april 2026 26 jaar. Al die jaren verzorgde de werkgroep het park, de website over en de excursies in het park, zonder een cent subsidie.

De Werkgroep Spoorzicht is sinds oktober 2015 toegetreden tot de Werkgroep Stadsnatuurbeheer van vereniging KNNV-Amsterdam, en beoogt werkzaamheden te verrichten naar de richtlijnen van Landschap Beheer Noord-Holland.
Stadsnatuur is de min of meer spontane vestiging van wilde planten en dieren. Beheer maakt ruimte voor de mens met behoud en versterking van de leefgebieden van plant en dier.

Vanaf 2025 zal de gemeente Diemen het beheer van het natuurpark overnemen, en het park upgraden naar een duurzaam te onderhouden natuurpark, met plaats voor kinderactiviteiten en met een rolstoel vriendelijk vlonderpad.
De gemeente hoopt de uitvoering van de plannen in 2025 te starten, en verwacht die in 2026 te hebben afgerond. We zien het resultaat graag tegemoet.
 


Ooit was Spoorzicht sportpark ...

Twee voetbalvelden, een honkbalveld, een atletiekbaan en een verspringbak. Er was wel een kantine, maar geen parkeerplaats op het terrein. Men parkeerde gewoon in de woonwijk, tot in de tuintjes toe.

Het terrein was nat, en er werden vaak velden afgekeurd. Naarmate de drainagepomp langer aanstond, zakte het terrein dieper weg in het veen, en werd het nog veel natter.

De aanleg van de spoorboog naar Diemen-Zuid kwam erg gelegen. Daardoor kon men de kosten voor de aanleg van nieuwe sportvelden afwentelen op NS.

Nu liggen er paden, gemaakt door vrijwilligers. Materiaal is aangevoerd met kruiwagens, net zoals dat vroeger eraan toeging in het Amsterdamse bos, maar dan door vrijwilligers in plaats van werklozen.
Het bijzondere is dat de kaart bewaard is gebleven van toen het sportpark was; en daarop in grijs staat nog getekend slotenpatroon van de vroegere veenweide.

De groene ovaaltjes (maaibeheer) in het kaartje betreffen de gebiedjes die jaarlijks werden gemaaid. Het zijn plekken waar meer licht op de bodem is ontstaan door bosbeheer. Door de kap van bomen en struiken kwam er meer licht in het terrein en met name invasieve exoten profiteerden daarvan, zoals Veelbloemige roos (Rosa multiflora) en Dijkviltbraam (Rubus ameniacus).

Als je de overdadige groei van plaagsoorten wil afremmen, dan moet je kunnen maaien. Kunnen maaien vergt bosbeheer waarin je kroonhout niet laat rondslingeren, maar op houtrillen opstapelt op plekken waar plaagsoorten het toch al niet goed doen (wegens lichtgebrek).
Bosbeheer gericht op meer licht in het bos, leidt tot woekeren van plaagsoorten, en vergt dus frequenter en gerichter onderhoud om die soorten in toom te houden.

9 juli 2025
Laten we vooropstellen dat het doel van deze website is het "kritisch volgen van uitgevoerd beleid".
Want duidelijk is dat Boombedrijf Meijer zeer deskundig is, dat het aantal vergissingen (oude elzen in plaats van oude iepen) zeer beperkt was, dat de snelheid hoog lag, dat lange werkdagen zijn gemaakt, en dat het gereedschap zeer adequaat is ingezet. Topklasse, dus. Op zich.

Een week na een enorme zaagpartij van dagen lang achtereen bomen vellen, volgt de uitleg van wat gaande is. Iepziekte.

Bij de uitleg staat dat de paden zullen worden hersteld. Mooi denkt een mens, tot duidelijk is wat daarmee wordt bedoeld.
Laten we vooral niet alles op dezelfde manier doen, en dus sommige stukken overslaan, maar wel glad strijken (boslaantje). Paden die bewust op dijkjes lagen, liggen dat nu niet meer, en gaan komende winter allemaal kopje onder.
Boomstammen naast paden zorgden voor hoger dijkjes. Alle stammen langs de hoofdpaden zijn weg gehaald, en vermalen. Er komen dus ook geen dijkjes meer voor terug.
Laten we paden (foto boslaantje) breder maken. Er zijn zoveel houtsnippers beschikbaar, dat we de berm ook gelijk kunnen meepakken (jammer van de bermflora, leve de verruiging)
Het besef ontbrak dat breder en vlakker maken geen herstel is van smallere maar hogere paden in moerasbos. Voor dat besef moet je het winterse waterpeil kennen.
Junglepad I bleek ineens deel uit te maken van de oostwestas (van ingang naar westpunt). Het zanddijkje is dus afgevlakt en verbreed.
De doorgang van junglepad I naar junglepad II (door de Spaanse aken haag) is tijdelijk geblokkeerd. Iedereen moet door het stinsenlaantje lopen naar het volgende veld, maar het daar aansluitende smalle zandpad naar junglepad II is dichtgestort met kroonhout. Dus het stinsenlaantje (of wat ervan over is) sluit alleen aan op het hoofdpad naar de westpunt. Ik vind dat noch verbetering, noch herstel.

De werkgroep Spoorzicht gaat met deze snipperhoop junglepad I ophogen, op termijn.
Junglepad I ligt nog wel tussen boomstammen om droge voeten te houden in de winter. Alleen zul je er niet meer met droge voeten kunnen komen. Want de weg erheen ligt nu te laag.
Laten we ingang III breder maken, dan kan buurtbewoner met kruiwagen er weer langs. Ongetwijfeld op verzoek van een van de parkbezoekers die niet weet waarom de doorgangen bewust zo smal zijn gehouden dat een volwassen vrouw er tussendoor past, maar een kruiwagen net niet. Zo is de afstand fysiek getest, destijds. Een kruiwagen paste alleen maar door het klaphek met beugelslot, en de werkgroep had de sleutel.

In 2013 zag het hek er zo uit:
Apart geval is het stinsenlaantje. Dat laantje is onderdeel geworden van de hoofdas van ingang naar westpunt, afgevlakt, verbreed, verslempt. Hier zal de eerste jaren geen stinsen meer kunnen groeien. Voor een stinsenmilieu heb je luchtige, relatief arme zandgrond nodig met wat klei of kalk, en wat essenstrooisel in de bovenlaag, in een tamelijk ongestoord milieu.
Een stinsenmileu is uiterst kritisch, wat dat betreft, en vergt apart beheer. Dit had nooit gemogen. Bij de enorme baggerklus van 2014 is dit stuk na overleg ontzien (en door de werkgroep afgezet met rood-wit lint, om misverstanden, zoals deze, te voorkomen).

Nieuw middenpad (bij ingang I)Ten noorden van bestaand middenpad
Al deze stammen zijn 's avonds na achten van het terrein afgevoerd. Ze waren te dik voor de versnipperaar (en geld waard). (En ze zijn, zo te zien, niet ziek.)
Deze foto geeft een idee van de maximale stamdikte...

8 juli 2025
Zomer 2025: de zomer is vanouds de tijd waarin de zieke iepen worden gerooid. In de jaren na Covid was er steeds meer de klad gekomen in het bosonderhoud. Ambtenaren volgden elkaar te snel op, en werden onvoldoende ingewerkt op klussen en vaste werkroutines. Soms vond de bestrijding plaats in september, soms in november of januari. De noodzaak om iepziekte te bestrijden, werd ook zeer verschillend geïnterpreteerd. op zich niet onbegrijpelijk, omdat de zin ervan ontgaat. Een voorbeeld:
Dit is of was een iep, een iepenstronk. Als die boom ziek is (en niet alleen maar in de weg stond), dan is de stronk ziek, en dat zijn de wortels dan dus ook.

De wortels leven nog zeker 7 jaar nadat de stam eraf is gezaagd.
De bast van de stronk moet er nog af, vanwege bestrijding van het kevertje dat de ziekte verspreidt. Maar de laatste jaren nam men die moeite niet meer, en liet men de schors gewoon zitten.

De wortels vormen een serieuzer probleem: via de wortels kan de ziekte zich verspreiden naar wortels van nog gezonde bomen.
Uit wortelopschot van deze gevelde iep kunnen nieuwe iepen ontstaan die al ziek zijn, maar er nog geen last van hebben. Iepziekte uit zich pas als het opschot een stamdoorsnede heeft van 4 cm of meer. Er is dus verschil tussen besmetting, ziek zijn, en verschijnselen vertonen van die ziekte.
Officieel mag dood iepenhout (dikker dan 4 cm doorsnede) niet ongeschild vervoerd worden, en officieel mag besmet dood iepenhout niet opgeslagen worden als openhaardhout.
De besmettelijkheid van ziek gezaagd hout wordt door (zelfverklaarde) deskundigen als een serieus gevaar gezien. Door anderen niet. Zo zegt de een dat het iepenhout in het park moet blijven, en de ander dat het zo snel mogelijk van het terrein af moet. Er is nog een derde opvatting: als je besmet iepenhout langer dan 6 maanden onder water bewaart, dan is het hout weer betrouwbaar.

Hoe groter machineHoe meer werkruimte nodig is
Links: de stapelbouwerRechts: de stapelvreter
westpunt van het terrein

Junglepad1Zuidpad

Junglepad1Boslaantje (bij daslookveld)

Pad tussen ingang II en IIIJunglepad2 (beetje dichtgegroeid)
poes gijs
Startpagina