Laatste update: 1 november 2019
Natuurpark
Spoorzicht
Diemen

kilometerhok:  kilometerhok [126,484] bevat:
Excursie agenda 2019


 
Andere pagina's, zie:
Spoorzicht 2013-2014
Spoorzicht 2015
Spoorzicht 2016
Spoorzicht 2017
Spoorzicht 2018

Spoorzicht 2019 (deze pagina)

Spoorzicht 2020
Spoorzicht 2021
Spoorzicht 2022
Spoorzicht 2023
 

Natuurpark Spoorzicht ligt in het centrum van Diemen, ingeklemd tussen spoorwegen en autoweg A1, Het gebied maakt deel uit van de Diemer Scheg. Dat is een trekroute van wilde dieren tussen de Diem en de Watergraafsmeer.
Dieren gebruiken het park in die trekroute om uit te rusten, te eten, te schuilen, en jonkies te krijgen.

  De website Natuurpark Spoorzicht en het Diemer Platform Spoorzicht Groen (de Werkgroep Spoorzicht) bestaat op 30 april 2019 20 jaar. Al die jaren verzorgde de werkgroep het park, de website over en de excursies in het park, zonder een cent subsidie.
In die jaren is veel veranderd, in doelen en in werkwijze, maar niet in geld.
Excursiegangers geven vrijwillig een gift voor de onderhoudspot, of niet. En van de inhoud van het collectezakje wordt het onderhoud gedaan.

De Werkgroep Spoorzicht is sinds oktober 2015 toegetreden tot de Werkgroep Stadsnatuurbeheer van vereniging KNNV-Amsterdam, en beoogt werkzaamheden te verrichten naar de richtlijnen van Landschap Beheer Noord-Holland.
Stadsnatuur is de min of meer spontane vestiging van wilde planten en dieren. Beheer maakt ruimte voor de mens met behoud en versterking van de leefgebieden van plant en dier.
 


nov 2019
okt 2019
sept 2019
zomer 2019
juni 2019
mei 2019
april 2019
maart 2019
winter 2018-2019





  Oktober 2019
In de westpunt is gekapt. Dat was nodig. Er stonden 3 zieke essen die een risico vormden voor het spoor en de Prorail-spoortuintjes
 


  Drie 60-jaar oude essen laat je niet zomaar verdwijnen. Stam en kroon samen leveren een enorme biomassa (kubieke meters hout) op. Die zijn gelegd op en naast de bestaande houtrillen.  


  Professionals aan het werk. Er is veel veranderd in de loop der jaren.
Vroeger was er uitsluitend vrijwilligersbeheer. Tegenwoordig erkent de gemeente haar verantwoordelijkheid. Met dank aan de toenmalige wethouder Grondel, die inzag dat de eigenaar van de grond uiteindelijk altijd aansprakelijk is.
Daardoor is er een taakverdeling ontstaan tussen vrijwilligerwerk en professioneel werk. En dus ook een opdeling naar risico's. Vrijwilligers lopen minder risico, en riskant beheer besteedt de gemeente uit aan specialisten.

Die tweedeling heeft ook geleid tot een picknicktafel, het uitkappen van lichtbanen in het bos, het maaien van het grasland, en een beter slootkantbeheer. Het realiseren van zaken die zonder gemeentelijke inbreng ondenkbaar waren of onredelijk veel inzet vergden van de KNNV-werkgroep.
 


  Dat weghalen van die stammen ging niet zonder een shovel op rupsbanden.
De stammen waren zwaar, dus de rupsbanden gingen er diep in.
Na een nacht vol stortbuien veranderden droge rupsband greppels in verslempte, doorweekte, volgelopen greppels.
Er moest iets gebeuren. Want lopen kon je er niet meer.
 

  Het pad naar het bankje in het bosje op de landtong (het bosje achter de lichtmast) staat op de rol voor 2022, op z'n vroegst.
In 2022 zal het zandpad worden opgehoogd als er genoeg vrijwilligers voor te vinden zijn.
Het zandpad van 2019 bestaat uit een dun uitgeharkt poederlaagje, in de rupsband greppels plaatselijk wat dikker gestort.
 


  Zomer 2016 zijn de paden bij de puntvijver hersteld.
Er kwam een stevige laag zand op. Dat is 1 volle kruiwagen per 60 cm pad. Een kruiwagen hierheen brengen, betekent op en neer 1 kilometer lopen.
Zo is het Amsterdamse bos ook aangelegd: door "vrijwilligers" met kruiwagens.

Mensen lopen niet graag op mul zand; dus liever ernaast op de steeds schuiner afslijtende berm. De uitgesleten loopvoor die dat geeft, is in 2017 en 2018 opgevuld.
 

  In de voorzomer van 2019 is opnieuw zand gestort, dit keer in de berm naast het bestaande looppad. Dat pakt goed uit, omdat mensen op het bestaande pad blijven lopen. De nieuwe (niet belopen) zandberm groeit beter vast, en het zand loopt minder weg.
De shovel met de stammen zakte daardoor op die plekken niet weg. Maar een ritje door de binnenbocht, ging er meteen diep in, want daar ligt geen zand.
 



  September 2019
In de westpunt staat een oude, tot lichtmast omgebouwde, goederenlift. In 2015 heeft een aannemer van het gasbedrijf de gaspijp opgegraven en het bos boven die pijp gekapt. De zo ontstane vlakte houden we sindsdien kort. Er groeien ruigtekruiden.

In het bosje achter de lichtmast staat een bankje onder de bomen.
 

  De aannemer van het gasbedrijf in 2015 splitste de gekapte bomen in
stammen (noordzijde), kroonhout (zuidkant) en stronken (westkant).
 

  Dit is de zuidkant met het kroonhout.  

  Dit is de stapel kroonhout, gefotografeerd vanaf de westkant.  

  Dit is het braambosje achter de puntvijver. De bramen zijn gemaaid.  

  Dit zijn de stammen aan de noordkant, overwoekerd door braamranken.  
  De westpunt is in 2019 sterk veranderd. Er is meerdere keren gemaaid, en er zijn bomen afgeknipt of afgezaagd, om meer licht op de vijver te houden.
In 2022 of later komen er twee paden naar de lichtmast: een langs de zuidkant van het kroonhout, en een aan de zuidkant van de stammen.
 



  De paden zijn (bijna) klaar dit jaar.
 



  Op 22 mei kwam zand, veel zand, nodig voor het op hoogte brengen van de paden. Elke winter kun je zien waar de hoogste waterstand over de paden klotst. En menig wandelaar vraagt om dan juist die paden op te hogen. Maar zo werkt het natuurlijk niet.

Mensen vragen zich dat zelden af. Er zijn kennelijk gekken die paden ophogen, en honden mogen daar gewoon gaten in graven. Als een pad onbegaanbaar is, loop je op laarzen gewoon door, ongeacht of het pad daarna in desolate staat achter blijft. "Mensen met een kunstheup, lopen die hier ook dan? Dat is dan toch zeker hun probleem?"

Paden hogen we op in een vaste volgorde, van achteren naar voren.

Er zijn snipperpaden en zandpaden. Snipperpaden moeten elk jaar opnieuw, want na iedere winter veranderen ze in bagger en bosgrond.
Zandpaden moeten twee jaar achter elkaar opgehoogd worden. Dat komt omdat ze op een dijkje liggen, en de padranden moeten ingroeien om verder verhoogd te kunnen worden.

Als mensen er oog voor hadden, dan zouden ze juist die padbermen niet vertrappen om ervoor te zorgen dat het gras ook echt kan ingroeien.

Helaas veel mensen zien niet eens dat ze op een dijkje lopen, en pakken graag de randjes mee (of de hond misschien). In ieder geval komt er de laatste jaren niet zoveel terecht van natuurlijke hellingvorming. En dus zijn "stoeprandjes" weer in de mode.

Zandpaden liggen tegenwoordig vaak tussen hout, en dat was wat we vroeger juist probeerden te vermijden. Niemand loopt graag op glibberige, houten stammetjes, en men blijft dus liever midden op het pad. Jammer, want het idee was leuk. Zonder schoring loopt het zandpad een beetje zijwaarts uit, en dat geeft een meer gevarieerde begroeiing langs een pad. Maar kost ook meer zand. Een geschoord pad wordt sneller hard, en blijft korter mul. En dat hebben mensen graag, vooral als ze een kunstheup hebben.
 


  Het Veelbloemig roosje bloeit (Rosa multiflora). Dat is een exoot, ooit aangeplant in het toenmalig sportpark door de gemeente. Het roosje neemt ecologisch de niche in van de in Nederland bijna uitgestorven Bosroos (Rosa arvensis), en verspreidt zich snel over het hele terrein.  

  Dit bankje bij de vijver staat er alweer jaren, Vroeger stond er een eenvoudig bankje van berkenstammen met de bedplank van mijn oma. Dat bankje bezweek toen er een paar jongedames op hadden zitten wippen. Inmiddels staat er een hardhouten bank, net ietsje degelijker voor ondeugend gebruik.
Het bankje staat bij een vijver die iedere winter tot de nok gevuld is, en iedere zomer droog valt.
In het flora- en fauna onderzoek (2018) van de gemeente Diemen staat dat deze vijver geen ecologische functie heeft. Dat komt omdat er te veel schaduw is van de bomen erom heen, en omdat de vijver droogvalt in het larvestadium van kikkers, padden, salamanders en libellen.

Er moet dit jaar of de komende jaren nog heel wat aan gebeuren om deze vijver een meer blijvende rol te geven. Het is een geliefde picknick plaats, al zou je dat zo niet zeggen.
 

  In 2019 is het zandpad aan de beurt langs de zuidoostkant van het terrein (voetbalveld I, voor de kenner), en begin juni zijn de werkzaamheden eraan klaar.  

  In voormalig voetbalveld-2 ligt junglepad II. Dat was altijd al de snelste verbinding van de werkschuur naar de westelijke punt. Veel schoolklassen namen dit pad voor een kort ommetje door het bos, en dat pad is in 2018 opgeknapt, voor zover zand en snippers beschikbaar waren. In 2018 zijn de uitgangen van het pad stevig onder handen genomen.

In 2019 is de zuidoostelijke afslag door getrokken; die sluit dan aan op het stinsenlaantje. Het voordeel (een extra rondje om te kunnen lopen) weegt hier op tegen het nadeel (een minder groot aaneengesloten rustgebied voor dieren).
Begin juni ligt het begin er. Toch staan er (na een hevige regenbui) al voetstappen op. Mens en dier zijn toch zo nieuwsgierig ...
 





  Als mensen een park gebruiken, dan hebben de dingen geen vaste plek.  



  Op een feestdag is er veel ander volk. Wonderbaarlijk dat hout met paddenstoelen (zoals deze zadelzwam) niet door vlammen is verteerd. Veel hout langs padranden is in het verleden opgestookt.
Vuurtjesstokers beseffen vaak niet dat paden op dijkjes liggen, vastgeklemd tussen stammetjes, in de wintermaanden bitterhard nodig.
 

  De hügel raakt begroeid (opvallend bloeiend schijnaardbei, engels senegroen).  




  In april is het lente, en dat is goed te zien. Kleuren zijn intenser, blad ziet soms nog gelig groen. Speenkruid in bloei. Over het hoofd geziene Canadese kornoeljes zitten al weer in het blad.  



  In februari en maart zijn de wallekanten gemaaid, een jaarlijks en wettelijk voorgeschreven ritueel.  




  Er is veel gebeurd in de winter. Het zandpad tussen ingang I en II is opgehoogd, en er is veel opschot van Canadese kornoelje uit het bos naar het lege zanddepot bij ingang I gebracht. Met dank aan een actieve ploeg D'66 vrijwilligers. Met een ploeg van 14 mensen volstond anderhalf uur werk, met soep en kampvuur als kroon op het werk.  


  Winterse beelden zijn onthullend, vooral met de zomerse beelden erbij  

 
In de zomer van 2018 was dit een vertrouwd beeld bij de hügel. Een drie meter hoge wand van groene struiken met grote bladeren.
Een scherpere blik verraadt het aantal bijna evenwijdige nerven: 5-7 per helft.
Poeh! Dat zijn er wel veel. Een oud IVN-trucje om het geslacht te bepalen: je scheurt het blad voorzichtig en zachtjes trekkend dwars doormidden. En ja hoor, het is een Kornoelje (Cornus). Maar wat gek, 5-7 nerven per helft, zeg 12 in totaal?
 

 
In de winter van 2018 viel het ons pas echt goed op. Als de groene struiken bij de hügel kaal worden, dan zijn hun twijgen rood. Dus waarschijnlijk Kornoelje (Cornus). Maar wat gek dat die twijgen zo laag zijn, want zomers lijken ze wel 3 meter hoog!
 

 
In de herfst kleurende bladeren geel (en ook een beetje rood).
Dus het is geen Rode kornoelje. En dus ook geen Gele of Witte kornoelje.
Tijd voor de Heukels? Nee, want dan kom je uit op een hybride cluster van Witte of Canadese kornoelje, maar de Witte is zeldzaam, dus tamelijk onwaarschijnlijk.

Tijd voor een ouder boek: te vinden op deze website bij de bronvermelding over het PEN-eiland.
 
  D.E. Boeijink, M. de Geus, B. Schalk Loofbomen in en buiten het bos  
  Boeijink e.a. (1992) geven een determinatie sleutel voor het geslacht Cornus. En dat is handig want er bestaan wereldwijd zo'n 300 soorten en rassen, en Europees breed zijn dat er 11.
  • Het boek beperkt zich tot de soorten die in Noord-West Europa voorkomen.
    Dat is wel prettig, ja.
  • En geeft ook vegetatieve kenmerken.
    Dat is plezierig als je geen bloesem of bessen meer kunt vinden.
  • Het aantal nerven is relevant. Fijn als er nog blad is.
  • De twijgen blijken opliggende wratachtige vergroeiingen te hebben.
    Dat zijn de ademmondjes (of lenticellen).
  • Elke lenticel kan wortelen, en uit elk worteltje kan een nieuwe plant ontstaan.
    Van wel 3 meter hoog.
  • In het najaar buigt de stengel naar de grond, en hecht zich daar vast.
    En overhuift zo de grond, dat zie je voor je ogen gebeuren.

Woow! En loopt dus ieder jaar 3 meter verder, naar alle kanten.
Tot hij een snoeischaar tegen komt die hem kortwiekt.
Wouw! En wat gebeurt er als je het snoeihout op een hoopje legt?
Dan groeit het vast, en loopt weer uit, tot nieuwe struiken.
Maar wat gebeurt er dan als je hem versnippert?
Dat zou ik maar niet proberen met deze soort.
 


poes gijs
Startpagina